Psalm 120

Vers 1
'k Riep tot den Oorsprong aller dingen,
Tot God, in mijn bekommeringen,
En Hij verhoorde mijn gebeden,
Naar Zijne goedertierenheden.
O, HEER, doe mij den strik ontslippen
Der veinzerij en valse lippen;
Behoed mij voor de bitse tong,
Die mij met leugentaal besprong. 

Vers 2
Wat voordeel zal 't bedrog u baren,
Vermetel rot van lasteraren?
Wat voordeel zal u in dit leven
Uw bitse tong, Uw boosheid geven?
Gij haalt op u, o leugensprekers,
De pijlen enes sterken wrekers,
En een jeneverkolengloed,
Waardoor gij haast verbranden moet. 

Vers 3
Wee mij, die rust en hulp moet derven,
In Mesech als een vreemd'ling zwerven,
En steeds in Kedars tenten wonen,
Bij mensen, die mij bitter honen!
Ik heb reeds lang mij opgehouden
Bij hen, die nooit op God betrouwden;
Bij hen, die, tot mijn bitterst wee,
Een afschrik hebben van den vreê. 

Vers 4
Ik zoek den vreê steeds aan te kweken;
Maar kan er nauwelijks van spreken,
Of 'k zie mijn reden afgebroken,
En hen tot woed' en krijg ontstoken. 

Samenzang Psalm 120  Tekst en beeld Psalm 120

Psalm 120 zingen

Psalm 120 en jij 

Vrouw vandaag

Pelgrimeren met God

Schatten verzamelen

De Mensenzoon, Die dient

Mijn getijdengebed

Bijbel (HSV) blauw

Journalbijbel

Bijbel (HSV) met psalmen - met goudsnede

Huwelijksbijbel HSV

HSV Bijbel in een jaar

SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP

Psalm 120

1 Een pelgrimslied. Ik riep tot de HEERE in mijn benauwdheid, en Hij verhoorde mij.

2 HEERE, red mijn ziel van de valse lippen, van de tong vol bedrog.

3 Wat zal de tong vol bedrog u geven? Wat zal die aan u toevoegen?

4 Scherpe pijlen van een machtig man, en gloeiende houtskool van bremstruiken daarbij.

5 Wee mij, dat ik als vreemdeling in Mesech verblijf, dat ik woon in de tenten van Kedar.

6 Mijn ziel heeft lang gewoond bij hen die de vrede haten.

7 Ik ben vreedzaam, maar als ik spreek, voeren zij oorlog.

Sponsor:

Jongbloed Media

Bijbels met Psalmen

Bijbels Herziene Statenvertaling

Bijbels voor jongeren

Kinderbijbels

Uitgeverij Groen