L

Laat al de stromen vrolijk zingen,
Laat allen, die, met schamp'ren spot,
Laat Arons huis Gods goedheid loven,
Laat d' ijverige tempelreien
Laat dien, om al zijn handelingen,
Laat hen eerlang bij d' uitkomst weten,
Laat hen niet zeggen in het hart:
Laat hen, o God, om spijs verlegen,
Laat ieder 's HEEREN goedheid loven;
Laat kwaad op kwaad zijn huis omringen;
Laat mij Uw dierb're goedheid prijzen,
Laat nooit des bozen wens gelukken,
Laat nooit mijns vijands wens gelukken;
Laat ons alom Zijn lof ontvouwen:
Laat ons den rustdag wijden
Laat ons, o God der legermachten,
Laat over mij Uw aanschijn lichten;
Laat 's HEEREN lof ten hemel rijzen;
Laat toch het kwaad der goddelozen
Laat Uw genâ ons met haar troost verrijken,
Laat Uwe gunst mij niet begeven;
Laat vrij het schuimend zeenat bruisen;
Laat vromen, juichend t' allen tijd',
Laat zijne kinderen als wezen,
Laat zulken eer bewijzen
Laat zulken eer bewijzen
Laat, HEER, Uw bijstand niet vertragen;
"Laat", zeiden zij, "laat ons het ganse land,
Leer mij naar Uw wil te hand'len,
Leer mij, o God van zaligheden,
Leer mij, o HEER, den weg, door U bepaald;
Leid mij in Uw gerechtigheden,
Leid mij, HEER; ik zou in 't stijgen
Leid ons in geen verzoeking ooit;
Let toch, en zie op vromen en oprechten;
Lof zij den God van Israël,
Loof Hem, die u vergunt uw zielsverlangen,
Loof Hem, die u, al wat gij hebt misdreven,
Loof, aarde, loof Gods wonderdaân;
Loof, loof den HEER, gij heidendom;
Loof, loof den HEER, mijn ziel, met alle krachten;
Looft den groten God, Wiens troon
Looft den HEER, die wond'ren werkt;
Looft den HEER, want Hij is goed;
Looft den HEER, wiens heerschappij
Looft den HEER, wiens sterke hand
Looft der heren Opperheer;
Looft God in Zijn gemeent' alom,
Looft God, naar Zijn hoog bevel,
Looft God, den trouwen Opperheer;
Looft God, looft Zijn naam alom;
Looft God, met bazuingeklank;
Looft God, zingt eeuwig 's HEEREN lof,
Looft Gods macht, die onbeperkt,
Looft Gods wijsheid; door Zijn woord
Looft Hem, die den Amoriet
Looft Hem, die Egypte's staat
Looft Hem, die het Rode meer
Looft Hem, looft Hem, al wat leeft,
Looft Hem, nu die erfenis,
Looft Hem, wiens geduchte macht
Looft Isrels God; roept, door all' eeuwigheên,
Looft met hart en stem,
Looft, Hallelujah, looft den HEER!
Looft, kruipend wild en tam gediert';
Looft, looft den HEER der legerscharen,
Looft, looft den HEER gestadig;
Looft, looft den HEER, dien, onbedwongen,
Looft, looft nu aller heren HEER,
Looft, looft, den HEER, gij Zijne legerscharen,
Looft, looft, met waar' erkentenis
Looft, looft, verheugd, den HEER der heren;
Lout're goedheid, liefdekoorden,

Psalm 107 : 8

Laat zulken eer bewijzen
Aan 's HEEREN gunst en macht,
En al Zijn wond'ren prijzen
Voor 't menselijk geslacht;
Hij was 't, voor Wien gereed
De koop'ren deuren weken,
Die ijz'ren grend'len deed
In duizend stukken breken. 

Heel Psalm 107  Dit vers zingen

Tekst en beeld Psalm 107

Samenzang Psalm 107

Psalm 107 en jij 

Gekoppelde kernwoorden:

• Paasfeest - opstanding
 

Sponsor:

Jongbloed Media

Bijbels met Psalmen

Bijbels Herziene Statenvertaling

Bijbels voor jongeren

Kinderbijbels

Uitgeverij Groen