Nederlandse Geloofsbelijdenis
Artikel 1123
DAT ONZE RECHTVAARDIGMAKING BESTAAT IN DE VERGEVING DER ZONDEN EN TOEREKENING DER GEHOORZAAMHEID VAN CHRISTUS
Wij geloven dat onze gelukzaligheid gelegen is in de vergeving onzer zonden om Jezus Christus` wil, en dat daarin onze rechtvaardigheid voor God begrepen is;
gelijk David en Paulus ons leren, verklarende de gelukzaligheid des mensen te zijn, dat God hem de rechtvaardigheid zonder werken toerekent.
En dezelfde apostel zegt dat wij om niet, of uit genade gerechtvaardigd zijn, door de verlossing die in Christus Jezus is. En daarom houden wij dit fundament altijd vast, Gode al de eer gevende, ons vernederende en bekennende zodanigen als wij zijn, zonder te roemen op iets van onszelf of van onze verdiensten, steunende en rustende op de gehoorzaamheid van de gekruisigde Christus alleen, dewelke onze is wanneer wij in Hem geloven.
Die is genoegzaam om al onze ongerechtigheden te bedekken, en ons vrijmoedigheid te geven, het geweten vrijmakende van vrees, verbaasdheid en verschrikking, om tot God te gaan, zonder te doen gelijk onze eerste vader Adam, dewelke al bevende zich met vijgenbladeren bedekken wilde.
En voorwaar, indien wij voor God verschijnen moesten, steunende op onszelven of op enige andere schepselen, hoe weinig het ook ware, wij moesten (helaas) verslonden worden. En daarom moet een iegelijk zeggen met David: HEERE, ga niet in het gericht met Uw knecht; want niemand die leeft, zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn.
Gekoppelde kernwoorden:
• Gerechtigheid - van God
• Verlossing van zonde