Psalm 12

Vers 1
Behoud, o HEER, wil ons te hulpe komen,
Daar 't volk ontbreekt, dat liefd' en vreê betracht.
De trouw bezwijkt, en 't klein getal der vromen
Nog kleiner wordt in 't menselijk geslacht. 

Vers 2
't Is al bedrog en valsheid, wat zij spreken;
De vleierij, een bron van bitt're smart,
Glijdt van de tong als vloeiend' oliebeken;
Zij spreken niet dan met een dubbel hart. 

Vers 3
De HEER, Die 't waar' van 't vals' kan onderscheîen,
En 's mensen hart, hoe listig ook, doorziet,
Snij' spoedig af de lippen, die ons vleien,
De trotse tong, wier grootspraak elk verdriet. 

Vers 4
Die zeggen: "Wij, wij zullen zegepralen
Met onze tong, zij staat in ons geweld;
Wat oppermacht zet onze lippen palen?
Wie is de HEER, die ons de wetten stelt?" 

Vers 5
"Omdat Mijn volk verwoest wordt en verdreven;
Omdat het kermt, nooddruftig treurt, en zucht;
Zal Ik ", zegt God, "Mij nu ter hulp begeven;
En drijven, die hen aanblaast, op de vlucht." 

Vers 6
Des HEEREN woord is rein, en al Zijn spreken
Is zuiver, als het allerfijnst metaal;
Nooit is het schuim van 't zilver zo geweken,
Schoon in den kroes gelouterd zevenmaal. 

Vers 7
Gij zult Uw volk, in bange tegenspoeden,
Hoe 't ga, o HEER, bewaren door Uw kracht;
Uw arm zal hen in eeuwigheid behoeden
Voor dit verdraaid en wrevelig geslacht. 

Vers 8
De boze keurt zich vrij van alle banden,
En draaft rondom, terwijl hij 't land beroert;
Daar 't snoodste volk de teugels krijgt in handen,
En tot den top van eer wordt opgevoerd. 

Samenzang Psalm 12  Tekst en beeld Psalm 12

Psalm 12 zingen

Psalm 12 en jij 

Goudkoorts - Bijbelstudies uit de brief aan de Romeinen

God gebruikt geweld

Thuis in het Woord

Mijn beeld van God

Erewoord!

Bijbel (HSV) met psalmen - met goudsnede

De Levensbron

Bijbel (HSV) met Psalmen - hardcover print

Bijbel met Psalmen - schoolbijbel HSV

Meidenbijbel

SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP

Psalm 12

1 Au chef des chantres. Sur la harpe à huit cordes. Psaume de David.
Sauve, Éternel! car les hommes pieux s'en vont, Les fidèles disparaissent parmi les fils de l'homme.

2 On se dit des faussetés les uns aux autres, On a sur les lèvres des choses flatteuses, On parle avec un coeur double.

3 Que l'Éternel extermine toutes les lèvres flatteuses, La langue qui discourt avec arrogance,

4 Ceux qui disent: Nous sommes puissants par notre langue, Nous avons nos lèvres avec nous; Qui serait notre maître? -

5 Parce que les malheureux sont opprimés et que les pauvres gémissent, Maintenant, dit l'Éternel, je me lève, J'apporte le salut à ceux contre qui l'on souffle.

6 Les paroles de l'Éternel sont des paroles pures, Un argent éprouvé sur terre au creuset, Et sept fois épuré.

7 Toi, Éternel! tu les garderas, Tu les préserveras de cette race à jamais.

8 Les méchants se promènent de toutes parts, Quand la bassesse règne parmi les fils de l'homme.

Sponsor:

Jongbloed Media

Bijbels met Psalmen

Bijbels Herziene Statenvertaling

Bijbels voor jongeren

Kinderbijbels

Uitgeverij Groen