Psalm 56 : 3
Zij rotten saâm, en houden bozen raad,
Terwijl mij elk in 't heim'lijk gadeslaat,
Mijn schreden volgt, en mij naar't leven staat,
Door ramp noch klacht bewogen.
Zoudt Gij, o God, nog met Uw heilig' ogen,
Hun boosheid zien, en straffeloos gedogen?
Neen; stort hen neer door Uw geducht vermogen;
Uw gramschap straff' hun kwaad.
Heel Psalm 56 Tekst en beeld Ps 56
Dit vers zingen Samenzang Ps 56
Gekoppelde kernwoorden
Gebed (in verdrukking)
Goddelozen
Richten (God zal)
Straf over zonde
Toorn van God
Vervolging (Onder hevige -)
Vijanden - gebed om recht en vergelding