Psalmen
Eigen geschrift Davids vers 1
Ik was een jongeling, nog teder en gering,
bij broed'ren laag geacht.
Men had mij in het veld
tot herder aangesteld;
daar hield ik steeds de wacht
en weidde 't wollig vee.
Toen maakt' ik, wel te vreê,
een harp met eigen handen.
Ik greep het snarentuig,
'k zong psalmen; van 't gejuich
weergalmden onze landen.