Psalmen
Psalm 35 vers 3
Doe hen altoos onzeker gaan,
In duisternis, op gladde paân;
En, daar Gij zijt op hen verbolgen,
Moet, HEER, Uw engel hen vervolgen.
Zij hebben, in hun listigheid,
Een kuil, een net, voor mij bereid;
En, schoon ik nimmer hun misdeed,
Steeds lagen voor mijn ziel gesmeed.
Psalm 35 onberijmd | Samenzang Psalm 35 | Tekst en beeld Psalm 35
Psalm 35 en jij