Spreuken 6:34-35 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
"Want jaloersheid is een grimmigheid des mans; en in de dag der wraak zal hij niet verschonen. Hij zal geen verzoening aannemen; en hij zal niet bewilligen, ofschoon gij het geschenkvergroot."
Spreuken 6 vers 34, 35
Jaloers-zijn is zondig, nietwaar? Nee, soms is het niet zondig. Zoals in de twee verzen die hierboven staan. `Jaloersheid' betekent namelijk dat een man het niet néémt als zijn vrouw het met een ander houdt. Zou die man het wel accepteren, dan was dát zondig. Maar dat hij het huwelijk rein wil houden en zijn vrouw niet aan een ander gunt, dat is niet zondig.
Wat Salomo nu zegt, is niet alleen van toepassing op het huwelijk, maar ook op de verhouding tussen God en Zijn verbondsvolk Israël. God vergelijkt deze verhouding dikwijls met een huwelijk en Hij zegt: zoals een man het niet néémt dat zijn vrouw er met een ander vandoor gaat, zo néém Ik het niet dat Mijn volk Israël het houdt met andere goden.
God eist terecht ons geheel en al voor Zichzelf op. We zijn er alleen voor Hem en niet voor iemand anders. Als we denken te kunnen schipperen: half voor God en half voor de wereld, moeten we luisteren naar het woord van Jakobus. Die schrijft (hoofdstuk 4 vers 4):
"Overspelers en overspeleressen, weet gij niet dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand van God gesteld."
Wat denk je, zou de HEERE het ongewroken laten, wanneer je in geestelijke hoererij leeft?
Elke Sabbathmorgen hoor je in de kerk het tweede gebod voorlezen. Daar staat:
"Gij zult u geen gesneden beeld noch enige gelijkenis maken van hetgeen boven in de hemel is noch van hetgeen onder op de aarde is noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen noch hen dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen die Mij haten."
Het woord `ijverig' is in het Hebreeuws hetzelfde als in Spreuken 6 het woord jaloers. God is een jaloers God. Dat betekent: Hij zal de zonde van de geestelijke echtbreuk zeker niet goedkeuren, ook niet door de vingers zien, niet ongewroken laten.
Dit is tot waarschuwing van alle verbondskinderen, om de Verbondsgod niet te verlaten en andere goden te zoeken. Maar het feit dat God jaloers is, heeft ook een heel blijde betekenis. Namelijk wanneer Israël trouw is aan zijn God. God zegt dan als het ware tot Zijn `vrouw', Israël: Ik zal je niet door andere mannen laten aanranden. Ik zal wraak nemen op Onze vijanden. Dat lezen we in een tekst als Nahum 1 vers 2, waar God dreigende taal uit tegen Ninevé, de hoofdstad van het vijandige, Assyrische rijk. Daar staat:
"Een ijverig God en een Wreker is de HEERE, een Wreker is de HEERE en zeer grimmig; een Wreker is de HEERE aan Zijn wederpartijders en Hij behoudt de toorn aan Zijn vijanden."
God néémt het niet als vijandige volken Zijn `vrouw' kwalijk behandelen.
Dat is allemaal ook van toepassing op satan en zijn verwoede pogingen om de bruidsgemeente van Christus te overwinnen. De Heere Jezus zal doen, wat staat in Spreuken 6: in de dag der wraak zal hij niet verschonen. Dat betekent: God zal satan en al zijn geallieerde legers niet sparen, maar verdelgen.
Nu staat erbij: zo'n getergde man, van wie de echtgenote door een andere man is aangerand, zal geen verzoening aannemen. Waarom niet? Omdat Gods Wet in Leviticus 20 vers 10 de doodstraf eist.
Nu, wat voor straf hebben wij dan verdiend, wanneer wij geestelijk overspel hebben gepleegd, dat is: een afgod hebben gediend? De doodstraf. God zal geen verzoening van ons aannemen! We kunnen het nooit, nooit meer goedmaken ... Of denk jij dat jij geestelijk geen overspeler en geen hoereerder bent? Elke keer dat je iets of iemand méér liefhebt dan God, pleeg je geestelijk hoererij.
O, geve de Heere HEERE ons dit recht te beseffen! We zouden wanhopen aan alle pogingen om deze terechte doodstraf te ontlopen.
Wat dan? Van harte wens ik je toe dat je in deze onmogelijkheid je hoop zult vestigen op de Plaatsvervanger Die de doodstraf gewillig onderging om hoereerders en overspelers te bevrijden. De Enige Die niet schuldig stond en geen straf te wachten had, maar God schonk Hem voor afgodendienaars, zoals jij en ik!