Berusting (in Gods welbehagen)
Psalm 39 : 6
Ik ben verstomd, en zal mijn mond voortaan
Niet opendoen; wijl Gij het deedt.
Neem Uwe plaag van mij, houd op met slaan,
En maak een einde aan mijn leed;
Mijn kracht bezwijkt, omdat mij Uwe hand
Zo fel bestrijdt van allen kant.
Gekoppelde kernwoorden:
Berusting (in Gods welbehagen)