Advent
Psalm 2 : 4
"En Ik, die Vorst, met zoveel macht bedeeld,
Zal Gods besluit aan 't wereldrond doen horen.
Hij sprak tot Mij: "'k Heb heden U geteeld;
Gij zijt Mijn Zoon, Gij zijt Mijn eengebo - ren';
Zeg vrij Uw eis; Ik zal Uw macht verhogen,
Opdat Uw naam alom ontzaglijk zij;
Het heidendom ligg' voor Uw stoel gebogen,
En 't eind der aard erkenn' Uw heerschappij."
Samenzang Psalm 2 Tekst en beeld Psalm 2
Gekoppelde kernwoorden
Advent
Advent is de periode van voorbereiding en verwachting waarin christenen zich richten op de komst van Jezus Christus. Het woord "advent" komt van het Latijnse adventus, wat "komst" betekent. Het verwijst zowel naar de eerste komst van Christus in Zijn geboorte als naar Zijn toekomstige wederkomst in heerlijkheid. Advent is een tijd van hoop, verootmoediging, vreugde en reflectie, waarin gelovigen Gods trouw gedenken en uitzien naar de vervulling van Zijn beloften.
Bijbelse achtergrond
Oude Testament: Het hele Oude Testament getuigt van de verwachting van de komst van de Messias. In Jesaja 9:5-6 wordt een kind aangekondigd dat vrede zal brengen: "Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven [...] Zijn Naam zal zijn Wonderbaar, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst." Dit profetische woord gaf Israël hoop, zelfs te midden van ballingschap en lijden.
Nieuwe Testament: In het Nieuwe Testament wordt de vervulling van deze beloften zichtbaar in de geboorte van Jezus. In Lukas 2:10-11 kondigt de engel aan: "Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap [...] vandaag is voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren, Hij is Christus, de Heere." Tegelijkertijd wijst Jezus op Zijn wederkomst in Mattheüs 24:30-31, waarin Hij in heerlijkheid zal verschijnen om Zijn Koninkrijk te voltooien.
Advent in de gereformeerde traditie
Advent benadrukt de trouw van God aan Zijn beloften. De gereformeerde traditie richt zich tijdens advent op de vervulling van het verbond in Christus. In de Heidelberger Catechismus (Zondag 6) wordt Christus beschreven als de ware Verlosser die door God is gezonden, een weerspiegeling van de vervulling van de adventsverwachting. De Dordtse Leerregels (Hoofdstuk 1, Artikel 9) wijzen erop dat Gods uitverkiezing door Christus zekerheid biedt, wat advent tot een tijd van diepe hoop maakt.
Wat zeggen Matthew Henry en Kohlbrugge?
Matthew Henry beschrijft advent als een tijd van dankbaarheid voor de vervulling van Gods belofte in de eerste komst van Christus en als een periode van verwachting van Zijn wederkomst. Hij benadrukt dat de adventsperiode een oproep is tot geestelijke voorbereiding, met aandacht voor nederigheid en geloof. Kohlbrugge legt de nadruk op Christus als het centrale thema van advent. Hij ziet de adventsperiode als een herinnering aan de grote genade van God, die naar ons toe kwam in Christus, en als een aansporing om vol vertrouwen uit te zien naar Zijn wederkomst.
Geestelijke betekenis
Advent is een tijd van verwachting en hoop. Het herinnert gelovigen eraan dat God trouw is aan Zijn beloften. De komst van Jezus als Verlosser is een vervulling van Gods plan van verlossing, en Zijn wederkomst biedt zekerheid van een eeuwig Koninkrijk van gerechtigheid en vrede. In Galaten 4:4-5 lezen we: "Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon [...] opdat wij het zoonschap zouden verkrijgen."
Advent nodigt uit tot een houding van verootmoediging en toewijding. Het roept op tot een hernieuwde focus op Christus, in wie alle hoop is vervuld. Tegelijkertijd is het een tijd van vreugde en lofprijzing, zoals de engelen zongen bij Zijn geboorte (Lukas 2:14).
Advent is niet alleen een periode van voorbereiding op het kerstfeest, maar ook een oefening in het wachten en verlangen naar de wederkomst van Christus. Het is een tijd van gebed en verwachting, zoals Openbaring 22:20 zegt: "Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!"










