Psalm 121

Vers 1
'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen,
Vanwaar ik dag en nacht
Des Hoogsten bijstand wacht.
Mijn hulp is van den HEER alleen,
Die hemel, zee en aarde
Eerst schiep, en sinds bewaarde. 

Vers 2
Hij is, al treft u 't felst verdriet,
Uw wachter, die uw voet
Voor wankelen behoedt;
Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;
Geen kwaad zal u genaken;
De HEER zal u bewaken. 

Vers 3
Zijn wacht, waarop men hopen mag,
Zal, daar zij u bedekt,
En u ter schaduw strekt,
De maan bij nacht, de zon bij dag,
In koud' en gloed vermind'ren,
Opdat zij u niet hind'ren. 

Vers 4
De HEER zal u steeds gadeslaan,
Opdat Hij in gevaar,
Uw ziel voor ramp bewaar';
De HEER, 't zij g' in of uit moogt gaan,
En waar g' u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig u behoeden. 

Samenzang Psalm 121  Tekst en beeld Psalm 121

Psalm 121 zingen

Matthew Henry over Psalm 121 Psalm 121 bijbelstudie Psalm 121 en jij 

SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP

Psalm 121

1 Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.

2 Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.

3 Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren.

4 Ziet, de Bewaarder Israels zal niet sluimeren, noch slapen.

5 De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw Schaduw, aan uw rechterhand.

6 De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts.

7 De HEERE zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel zal Hij bewaren.

8 De HEERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid.