Psalm 131

Vers 1
Mijn hart verheft zich niet, o HEER!
Mijn ogen zijn niet hoog; 'k verkeer,
Ik wandel niet in 't geen te groot,
Te vreemd is voor Uw gunstgenoot. 

Vers 2
Heb ik mijn ziel niet stil gezet,
En mij verloochend naar Uw wet,
Gelijk het pas gespeende kind
Zich stil bij zijne moeder vind? 

Vers 3
Mijn ziel, die naar den vrede haakt,
En 't morrend ongenoegen wraakt,
Is in mij als een kind gespeend,
En heeft zich met Uw wil vereend. 

Vers 4
Dat Isrel op den HEER vertrouw';
Zijn hoop op Gods ontferming bouw',
En stil berust' in Zijn beleid,
Van nu tot in all' eeuwigheid. 

Samenzang Psalm 131  Tekst en beeld Psalm 131

Psalm 131 zingen

Psalm 131 en jij 

SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP

Psalm 131

1 Ein Lied Davids im höhern Chor. HERR, mein Herz ist nicht hoffärtig, und meine Augen sind nicht stolz; ich wandle nicht in großen Dingen, die mir zu hoch sind.

2 Ja, ich habe meine Seele gesetzt und gestillt; so ist meine Seele in mir wie ein entwöhntes Kind bei seiner Mutter.

3 Israel, hoffe auf den HERRN von nun an bis in Ewigkeit!