Psalm 150
Vers 1
Looft God, looft Zijn naam alom;
Looft Hem in Zijn heiligdom;
Looft des HEEREN grote macht,
In den hemel Zijner kracht;
Looft Hem, om Zijn mogendheden,
Looft Hem, naar zo menig blijk
Van Zijn heerlijk koninkrijk,
Voor Zijn troon en hier beneden.
Vers 2
Looft God, met bazuingeklank;
Geeft Hem eer, bewijst Hem dank;
Looft Hem, met de harp en luit;
Looft Hem, met de trom en fluit;
Looft Hem, op uw blijde snaren;
Laat zich 't orgel overal
Bij het juichend vreugdgeschal,
Tot des HEEREN glorie, paren.
Vers 3
Looft God, naar Zijn hoog bevel,
Met het klinkend cimbelspel;
Looft Hem, op het schel metaal
Van de vrolijke cimbaal;
Looft den HEER; elk moet Hem eren,
Al wat geest en adem heeft;
Looft den HEER, die eeuwig leeft;
Looft verheugd den HEER der heren!
SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP
Psalm 150
1 Halleluja! Lobet den HERRN in seinem Heiligtum; lobet ihn in der Feste seiner Macht!
2 Lobet ihn in seinen Taten; lobet ihn in seiner großen Herrlichkeit!
3 Lobet ihn mit Posaunen; lobet ihn mit Psalter und Harfe!
4 Lobet ihn mit Pauken und Reigen; lobet ihn mit Saiten und Pfeifen!
5 Lobet ihn mit hellen Zimbeln; lobet ihn mit wohlklingenden Zimbeln!
6 Alles, was Odem hat, lobe den HERRN! Halleluja!