O
O allerhoogste Majesteit,
O Babylon, wij zien eerlang u straffen;
O God mijns heils, mijn toeverlaat,
O God, die ons ten schilde zijt,
O God, die onze Vader zijt;
O God, die 's lands benauwdheid ziet,
O God, Gij zijt mijn toeverlaat;
O God, hoe hebben wij getreurd,
O God, mijn God, Gij aller vorsten HEER,
O God, neem mijn gebed ter oren;
O God, toen Gij, met majesteit,
O God! uw God heeft mild U overgoten
O God, verlos en red mij uit den nood;
O God, verlos mij uit den nood,
O God, wij mochten met onz' oren,
O God, zo waardig mijn gezangen,
O grote Christus, eeuwig licht!
O HEER, de Koning is verheugd
O HEER, doe Gij mij recht;
O HEER, Gij wilt, door goedheid aangespoord,
O HEER, Gij ziet het; zwijg niet stil;
O HEER', Gij zijt welda - - dig;
O HEER, jaag hun vervaardheid aan,
O HEER, mijn God, volzalig Wezen,
O HEER, mijn rotssteen, mijne sterkte!
O HEER, mijn toevlucht, hoor mij klagen;
"O HEER, ontdek mijn levenseind aan mij;
O HEER, sla toch op mijn geschrei Uw oog;
O HEER, Uw woord bestaat in eeuwigheid,
O HEER, verlos mij uit de banden,
O HEER, wil mijn gebeden horen;
O mijn ziel, wat buigt g' u neder?
O mijn ziel, wat buigt g' u neder?
O onze God, o vast vertrouwen
O Vader, dat Uw liefd' ons blijk';
O vijand, hebt gij door uw macht
O gij vergadering, gezeten
Och daalde 't heil uit Sion spoedig neer
Och, daalde 't heil uit Sion spoedig neer.
"Och gaf mij iemand duivenvleug'len!
Och HEER, ik ben, o ja, ik ben Uw knecht,
"Och HEER, och, wierd mijn ziel door U gered!"
Och, dat ik klaar en onderscheiden zag,
"Och, had naar Mijn raad
Och, laat hen in hun kwaad niet groeien,
Och, mocht ik, in die heilige gebouwen,
Och, neig tot mij Uw gunstig' oren,
Och, of wij Uw geboôn volbrachten!
Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!
Omdat hij, tegen zijn geweten,
Omdat mijn vijand, hoe geducht,
"Omdat Mijn volk verwoest wordt en verdreven;
Omdat zij nooit naar't werk des HEEREN
Ons hart heeft zich van U, in noden,
Ontzet mij, red mij uit der vreemden handen,
Ontzondig mij met hysop, en mijn ziel,
Onz' ouders, in Egypteland,
Ook deed God uit de waterstromen
Ook hebt Ge mij niet weggestoten,
Ook spleten zelfs de rotsen op Zijn wenken,
Ook was Samuël,
Ook zond Hij toorn, verbolgenheid en noden,
Op God alleen betrouw ik in mijn noden;
Op 't heug'lijkst zien Zijn gunstgenoten,
Op 't onverwachts zijn zij in angst gebracht,
Op U betrouw ik, HEER der heren,
"Op uw noodgeschrei
Op wagens, paarden, en op helden,
Opdat de vijand, die mij haat,
Opdat ik, HEER, U, blij te moê,
Opdat z' op God hun hope stellen zouden,
Opdat zij weten en belijden,
"Opent uwen mond;
Oren ziet men aan hun hoofd,