V
Verdrukking (Bemoediging in -)
Verlangen naar God / gemis van God
Verlevendiging / gebed om opwekking
Vertrouwt (niet op wereldgroten of andere mensen)
Vijanden (Dank na bevrijding van -)
Vijanden (van het Christendom)
Vijanden - gebed om bevrijding van vijandigen
Vijanden - gebed om recht en vergelding
Vloeken / vloeker / vervloeking (van goddeloze)
Volmaaktheid van God en Zijn werk
Voorspoed (van de goddelozen) / goddeloosheid
Voorspoed (van de godvruchtigen)
Vloeken / vloeker / vervloeking (van goddeloze)
Psalm 10 : 4
Zijn mond is vol van vloek, bedrog en list;
Zijn tong bedekt de moeit' en 't zielsverdriet;
Zijn boosheid is met valsen schijn vernist;
In hinderlaag, daar niemands oog hem ziet,
Verbergt hij zich, valt ijlings uit, vergiet
Onschuldig bloed; hij weet van geen erbarmen,
Maar sluit zijn oog voor 't bitter leed der ar-men.
Samenzang Psalm 10 Tekst en beeld Psalm 10
Gekoppelde kernwoorden
Vloeken / vloeker / vervloeking (van goddeloze)
Vloeken / vloeker / vervloeking (van goddeloze)
In de Bijbel wordt vloeken (het kwaadspreken over God of anderen) gezien als een ernstige zonde. Het weerspiegelt een houding van rebellie en disrespect tegenover God en Zijn heilige karakter. Tegelijkertijd worden goddelozen vaak gewaarschuwd voor de gevolgen van hun vloeken en godslastering, namelijk Gods rechtvaardige oordeel. De vervloeking van de goddeloze is niet slechts een menselijke wens, maar een erkenning van Gods soevereine rechtvaardigheid.
Bijbelse achtergrond
-
Oude Testament:
- Vloeken wordt expliciet verboden in de wet van Mozes: "Wie de Naam van de HEERE lastert, moet zeker ter dood gebracht worden" (Leviticus 24:16). Dit laat zien dat het kwaadspreken over God een ernstige overtreding is.
- Psalm 109:17 beschrijft de houding van de goddeloze: "Hij had geen vreugde in het zegenen, maar het vloeken was voor hem een genoegen." Deze tekst toont hoe vloeken een weerspiegeling is van een hart dat vijandig staat tegenover God.
-
Nieuwe Testament:
- Jezus waarschuwt voor de gevolgen van ongecontroleerde woorden: "Van elk nutteloos woord dat de mensen spreken, zullen zij rekenschap moeten afleggen op de dag van het oordeel" (Mattheüs 12:36).
- Paulus schrijft dat vloeken en kwaadspreken niet passen bij een christen: "Laat geen vuile taal uit uw mond komen" (Efeze 4:29). Het spreken moet gericht zijn op opbouw en zegen.
Vervloeking van de goddeloze
De Bijbel spreekt ook over vervloeking, maar altijd als een daad van Gods rechtvaardig oordeel. In Psalm 37:22 staat: "Want wie door Hem gezegend worden, zullen de aarde bezitten, maar wie door Hem vervloekt worden, zullen uitgeroeid worden." Vervloeking is hier geen menselijke wraak, maar een goddelijke rechtshandeling tegen hen die volharden in goddeloosheid.
Gereformeerde traditie
De Heidelberger Catechismus (Zondag 36) behandelt de derde gebod en onderwijst dat vloeken en godslastering een directe schending van Gods eer zijn. Gelovigen worden opgeroepen om Gods Naam heilig te houden in woorden en daden.
De Dordtse Leerregels (Hoofdstuk 1, Artikel 15) erkennen dat de goddelozen door hun eigen schuld onder Gods vloek blijven, terwijl de uitverkorenen in Zijn genade worden behouden. Dit benadrukt dat vervloeking niet willekeurig is, maar het rechtvaardige gevolg van volharding in zonde.
Wat zeggen Matthew Henry en Kohlbrugge?
Matthew Henry legt uit dat vloeken voortkomt uit een hart dat verhard is tegen God. Hij benadrukt dat wie vloekt, uiteindelijk zichzelf schade toebrengt, omdat het een getuigenis is van hun afstand van Gods genade.
Kohlbrugge ziet vloeken als een teken van de totale verdorvenheid van de mens zonder Gods genade. Hij benadrukt dat alleen door Christus het hart van een vloeker kan worden vernieuwd, en dat vergeving zelfs voor de grootste lastering mogelijk is in Hem.
Geestelijke betekenis
Vloeken is niet slechts een zonde van woorden, maar een reflectie van de staat van het hart. Jezus zegt in Mattheüs 15:18: "Wat uit de mond komt, komt uit het hart, en dat maakt de mens onrein." Het roept gelovigen op tot zelfonderzoek en tot het bidden om een rein hart en zuivere woorden.
Tegelijkertijd biedt de Bijbel hoop. Zelfs degenen die hebben gevloekt of godslasterlijk hebben gesproken, kunnen vergeving vinden. Paulus, die zichzelf een godslasteraar noemde (1 Timotheüs 1:13), werd gered door Gods genade.
De vervloeking van de goddeloze in de Bijbel is een herinnering aan Gods heiligheid en rechtvaardigheid. Het roept op tot bekering en een leven dat Gods Naam eert. Zoals Spreuken 18:21 zegt: "Dood en leven zijn in de macht van de tong." Gelovigen worden uitgedaagd om hun woorden te gebruiken om te zegenen en te bouwen, in plaats van te vervloeken.





.jpg)
.jpg)




