De Wet - algemeen
Psalm 18 : 7
Want 's HEEREN weg heb ik getrouw bewandeld,
En niet godd'loos met mijnen God gehandeld.
Ik hield gestaâg Zijn rechten in het oog,
Terwijl Zijn wet mijn ziel tot deugd bewoog.
Ik werd oprecht en vroom bij Hem bevonden;
Ik wachtte mij zorgvuldig van mijn zonden;
Dies liet mij God ook naar mijn recht geschiên,
En heeft in gunst mijn onschuld aangezien.
Samenzang Psalm 18 Tekst en beeld Psalm 18
Gekoppelde kernwoorden
De Wet
De Wet verwijst in de Bijbel naar de geboden en richtlijnen die God aan het volk Israël gaf, met als kern de Tien Geboden, ook wel bekend als de Decaloog. Deze geboden werden aan Mozes gegeven op de berg Sinaï en staan beschreven in Exodus 20 en Deuteronomium 5. De Wet vormt een morele en ethische basis, waarin de fundamentele plichten van mensen ten opzichte van God en hun naasten zijn vastgelegd.
Binnen de christelijke traditie wordt de Wet gezien als een weerspiegeling van Gods heilige en rechtvaardige karakter. Het geeft aan hoe mensen geacht worden te leven, in gehoorzaamheid aan God en in harmonie met anderen. Hoewel de Wet specifiek werd gegeven aan Israël, wordt ze binnen het christendom beschouwd als een universeel moreel kompas dat nog steeds van kracht is.
In de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt benadrukt dat de Wet ons onze zonden laat zien en onze behoefte aan een Verlosser onthult. Door de Wet beseffen we onze tekortkomingen, maar het is uiteindelijk Jezus Christus die door Zijn leven, dood en opstanding de Wet vervulde. Hij bracht vergeving en genade voor allen die geloven, zonder dat de morele principes van de Wet hun geldigheid verliezen.