Heidelbergse Catechismus Zondag 34
Vraag en antwoord 94
Vr. Wat gebiedt God in het eerste gebod?
Antw. Dat ik, zo lief als mij mijner ziele zaligheid is,
alle afgoderij, toverij, waarzegging, superstitie of bijgeloof,
aanroeping van de heiligen of van andere schepselen,
mijde en vliede, en den enigen waren God recht lere kennen,
Hem alleen vertrouwe,
in alle ootmoedigheid en lijdzaamheid mij Hem alleen onderwerpe,
van Hem alleen alle goeds verwachte,
Hem van ganser harte liefhebbe,
vreze en ere, alzo, dat ik eer van alle schepselen afga en die varen late,
dan dat ik in het allerminste tegen Zijn wil doe.
Gekoppelde kernwoorden:
• De Wet - algemeen
• De Wet - gebod 1 - afgoden
• Dienstknecht - dienaar van God