Catechismus vraag 3 en 4 uitleg: over de wet Gods
Auteur: ds. W. Pieters
De Catechismus zegt, dat Chrístus ons leert wat de Wet van God van ons eist. Daarmee bedoelen Olevianus en Ursinus dat de geestelijke en hartelijke kennis van Gods Wet een genadegave is van Christus. En dat de geestelijke en hartelijke kennis van onze zonde tegen die Wet eveneens een genadegave van Christus is. Het betekent niet, dat we de Heere Jezus Christus eerst hebben leren kennen als onze Verlosser en Zaligmaker, voordat we uit Zijn hand de Wet hebben leren kennen. Maar het betekent, dat we wel tot Christus mogen vluchten om van Hem de Wet te leren.
Anders gezegd: we hoeven er niet zelf voor te zorgen om de geestelijke betekenis van Gods Wet te verstaan. Dat onderwijs schenkt Christus ons door Zijn Heilige Geest. Als de Heere Jezus Zijn Profetisch Ambt uitvoert, geeft Hij ons onderwijs. Het eerste onderwijs dat wij van Hem krijgen, betreft de noodzaak van Zijn komst op aarde, waarom Hij Mens moest worden en waarom Hij de Wet moest gehoorzamen en waarom Hij die vreselijke vloek-dood aan Golgotha's kruis moest sterven.
De liefde-loze uitleg van Gods Wet
Om nu de noodzaak van deze daden van Jezus Christus te leren, moeten we de heilige eisen van Gods Wet verstaan. Daarom gaat deze grote Leraar der Gerechtigheid ons in de eerste plaats leren, hoe we de Wet van God, Die Hij door de hand van Mozes gaf aan Zijn volk Israël, moeten uitleggen. Dat deed de Heere Jezus ook bij Zijn eerste preek op de berg, Mattheüs 5, waarin Hij uitgebreid behandelt hoe we de geboden van God moeten uitleggen. Er was namelijk in die dagen onder het Joodse volk een verschrikkelijke misvatting. De leraren (rabbi's) zeiden: als je nog nooit iemand hebt doodgeslagen, sta je niet schuldig aan het zesde gebod (Gij zult niet doodslaan). De Heere Jezus zegt nu: als je maar onterecht kwaad bent op je naaste, dan ben je al een doodslager en als je hem uitscheldt, ben je het waard om met het helse vuur gestraft te worden... (Mattheüs 5 vers 22). Dat valt niet mee. En hetzelfde blijkt uit Zijn uitleg van het zevende gebod: gij zult niet echtbreken. De Joodse leraren zeiden: als je nog nooit het huwelijk hebt verbroken, sta je niet schuldig aan dit gebod, maar de Heere Jezus zegt: als je maar naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heb je in je hart al overspel met haar gepleegd, dan sta je al schuldig aan de overtreding van dit gebod.
Heb uw naaste lief als...
Kort samengevat gaat het Christus hierom: je moet zoveel van je naaste houden als je houdt van jezelf. Dat zegt Hij dan ook in Mattheüs 22. Een farizeeër vraagt Hem: wat vindt U het belangrijkste gebod in de Wet van God? De bedoeling van deze huichelaar was om Jezus in de val te lokken en Hem eventueel te kunnen beschuldigen van een verkeerde uitleg van Gods Wet. Maar Jezus zegt: dit is het grootste, het belangrijkste gebod: God liefhebben met heel je hart en ziel en verstand en kracht en je naaste liefhebben als jezelf.
Heb God lief met alles
De wortel van de naastenliefde (waaruit dus de rechte liefde tot onze naaste voortspruit) is de hartelijke liefde tot God. Hoe wordt Hij door Jezus genoemd? De Heere uw God. Dat betekent, dat de Heere Jezus tegen die valse farizeeër zegt, dat God zijn God is, al is die farizeeër nog zo'n duivelskind; en het betekent dat God ook jullie God is, al ben je nog helemaal verliefd op de zonde. God heeft blijkbaar een relatie met ons, Hij is op de één of andere manier nauw aan ons allen verbonden. Hoe dan?
Ten eerste door de schepping: omdat Hij ons heeft gemaakt, daarom is Hij onze God. Hij is niet vreemd van ons, al zijn wij wel van Hem weggelopen. Hij is geen indringer, die uiteindelijk niets met ons te maken heeft en niets van ons mag eisen, maar Hij is onze Eigenaar, Die uiteindelijk alles over ons te zeggen heeft.
Verder heeft Hij met ons een Verbond gesloten. Het Verbond, dat Hij met Abraham en zijn nakomelingen heeft opgericht, geldt ook ons. Dat houdt in: de Heere heeft verklaard onze Vader te zijn en ons noemt Hij Zijn zonen en Zijn dochters (zie Exodus 4 vers 22 en Deuteronomium 32 vers 6).
Hij heeft ons aan Christus verbonden door de Heilige Doop en Hij heeft onvoorstelbaar heerlijke dingen aan ons beloofd, zoals de vergeving der zonden en het eeuwige leven, de volheid van liefde en de zoetheid van Goddelijke vrede.Daarom is het bevel van God dat wij Hem zouden liefhebben alleszins terecht, redelijk. Hij is immers ónze God, Die ons gemaakt heeft en verkoren! Daarom is het niet ernstig nemen van deze eis ook alleszins onterecht, onredelijk. Hij is immers ónze God, Die ons gemaakt heeft en verkoren!
De ganse Wet en de Profeten
Deze uitdrukking betekent: heel de Bijbel. Alles wat God in de Bijbel ons voorschrijft heeft te maken met de liefde. De liefde tot God met heel ons hart en de eerlijke liefde tot onze naaste is het kenmerk van alle geboden en bevelen. Als je alle geboden en verordeningen van God, die in het Boek der Wet en bij de Profeten geschreven staan, zou houden, maar zonder liefde..., dan heb je in 't geheel niets gehouden.
Slechts dàn, wanneer je in alles wat je doet en laat en in alles wat je zegt en zwijgt en in alles wat je denkt en verlangt God liefhebt, dàn doe je het goed. Slechts dàn, wanneer je in alles wat je doet en laat en in alles wat je zegt en zwijgt en in alles wat je denkt en verlangt je naaste liefhebt, dàn doe je het goed. Waarom kleed jij je zoals je doet? Waarom lees je dit of dat boek? Waarom ga je naar catechisatie? Waarom gehoorzaam je je ouders? Waarom zoek je verkering? Waarom volg je die avond-cursus? Waarom doe je aan ontspanning? Waarom luister je naar muziek? Waarom speel je orgel? Waarom ga je naar bed? Waarom eet en drink je?
Waarom...?
Uit liefde tot God? Uit liefde tot je naaste? Zo nee, dan is de beste van onze daden door en door besmet, dan is alles wat wij doen alleen maar zonde! Dan is zelfs ernstig luisteren naar de preek zonde!, dan is bidden om genade zonde!, dan is ook het zoeken van God zonde!...!
Waarom? Omdat we dan onszelf bedoelen.