Vraag
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
Heidelbergse Catechismus Zondag
Vraag en antwoord 27
Vr. Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods?
Antw. De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods,
door welke Hij hemel en aarde,
mitsgaders alle schepselen,
gelijk als met Zijn hand nog onderhoudt,
en alzo regeert,
dat loof en gras, regen en droogte,
vruchtbare en onvruchtbare jaren,
spijze en drank, gezondheid en krankheid,
rijkdom en armoede, en alle dingen,
niet bijgeval,
maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen.
Gekoppelde kernwoorden:
• Voorzienigheid
• Zorg van God voor mens en dier
• Zorg van God voor Zijn kinderen
Gekoppelde pagina's:
• Catechismus vraag 28 uitleg: Gods voorzienigheid