Bijbelcatechisatie Numeri
Auteur: ds. W. Pieters
Het boek heet in onze Bijbel "getallen", omdat er zoveel in genummerd wordt en er zoveel getallen in staan.
Waarom zijn de schrijvers der Schrift zo gespitst op opsommingen en getallen? Omdat daardoor duidelijk wordt hoe goed God voor Zijn volk is (dat Hij zo groot heeft gemaakt), welk een liefde het volk voor zijn God heeft (voor Wie ze zo nauwkeurig alles ordenen) en omdat daarin ook tot uiting komt, hoezeer de HEERE een groot God is (Die blijkens al die aantallen Koning van een groot volk is).
Naast allerlei getallen vinden we er ook (heils)- geschiedenissen, waarin tevens op het allerhoogste blijkt de onbegrijpelijke barmhartigheid van God in het verhoren van de gebeden van Mozes tot vergeving van de zonden van Zijn volk, dat zo oproerig en weerstrevig is geweest. Gods andere weldaden, bewezen aan dit afhoererende volk, zijn niet te tellen ...
En laat ons altijd weer ernstig bedenken dat de HEERE in Zijn Woord aan ons niet zozeer geeft een bekendmaking van feiten, maar van Zijn hart, Zijn goede gezindheid te onswaarts!
De inhoud van het boek Numeri
16 Het oproer van Korach, Dathan en Abiram: weer leeft de heel begrijpelijke, maar o zo hoogmoedige gedachte dat Gods verkiezing niet recht is. Men is boos op God - we zien in deze mannen duidelijk ons eigen beeld -, maar een vreselijke straf is het gevolg: levend worden ze begraven en varen ze ter helle. O, wat is het dwaas om zo opstandig te zijn tegen de Heere!
17 Het wordt eentonig, maar weer vermeldt de Schrift eerlijk hoezeer Gods uitverkoren volk in opstand is. Nu wil men niet accepteren dat Aäron hogepriester is. Maar de Heere laat duidelijk merken - door Aärons (dode) staf te doen bloeien -, dat hij, die door de Heere ertoe is aangesteld, priester zal zijn.
18 Hieraan wordt het bevel verbonden om priesters en Levieten te onderhouden.
19 De rite (= plechtige handeling) met de rode vaars wordt beschreven, waardoor reiniging van allerlei zonden plaatsvindt; wat Paulus in Hebreeën 9 vers 13-14 uitlegt als betrekking hebbend op en vervuld geworden door Christus en Zijn bloedstorting; waaruit wij kunnen leren dat - hoewel de bedélingen van het Oude en Nieuwe Testament verschillen, toch - de bedoeling en wezenlijke inhoud van beide gelijk zijn: Christus en Die gekruisigd.
20 Mirjam sterft; Mozes spréékt niet tot een rots, zoals de Heere had bevolen, maar sláát erop. Hierdoor onteert hij God zeggende: wíj zullen u water geven. Als straf mag ook Mozes niet het land der belofte in. Zo ernstig neemt God de zonde (denk aan Nadab en Abihu, Korach, Dathan en Abiram; en nu ook Gods bijzondere knechten Aäron en Mozes). Vooral de zonde tegen het verheerlijken van Gods Naam (vers 12: God wordt niet geheiligd). Daarom heeft Jezus Zijn discipelen eerst geleerd te bidden: Uw Naam worde geheiligd.
Aäron sterft zonder priesterlijke kleding als arm zondaar, die van genade moet leven en niet op zijn heerlijk ambt kan steunen!
21 Weer is er opstand, weer is er straf; nu door vurige = giftige slangen. Dodelijk is hun beet. Maar de HEERE geeft behalve de straf ook de uitkomst en gebiedt Mozes een koperen slang hoog op te heffen. Waarom op deze manier? Waarom genas God niet zonder middel? Waarom dit middel, een slang? Waarom vraagt God dat ze zullen opzien naar die slang? Omdat Hij zo onderwijs geeft in het belangrijke onderwerp van het geloof, zoals dat ook in het Nieuwe Testament veelvuldig aan de orde komt (Johannes 3 vers 14-16).
Bileam
Een man die de waarheid sprak en toch loog. Je kunt liegen, terwijl je de waarheid spreekt! Hij sprak een waarheid, waaraan hij zelf geen geloofskennis, geen bevindelijke kennis had. Dat is voor Gods Aangezicht hetzelfde als liegen. Laat ons dat nooit vergeten. Bileam wil leven met de wereld en sterven met Gods volk. Dit zal echter niet kunnen! Laat ons onszelf nauwkeurig onderzoeken, hoe het in ons hart is. Het is goed om te strijden voor de waarheid en er alles voor over te hebben; maar zijn we door de Waarheid = Christus Zelf vrijgemaakt? Gun jezelf geen rust voordat jij op deze vraag "ja" mag zeggen.
Geen zonde meer?
Zou het waar zijn dat God geen zonde meer ziet in Zijn volk? Als we het hebben over Zijn alwetendheid, dan is het duidelijk dat God de zonden nog wel ziet. Maar het is als in Psalm 130: zo Gij, HEERE, de ongerechtigheid gadeslaat ...
Daar wordt bedoeld: als Gij er acht op slaat, er rekening mee houdt, ze straft. Welnu, zo is het ook in die heerlijke woorden van Bileam, dat die God, Die te rein is van ogen om het kwade te kunnen verdragen, zo totaal al de zonden bij Zijn volk vergeeft, om wille van het dierbaar bloed van Jezus Christus, dat Hij die zonden niet meer ziet! O, wat een onvoorstelbaar heerlijk wonder!