Spreuken 21:18a - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
“De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardige.”
Spreuken 21 vers 18a
Weten jullie wat het woord `rantsoen' betekent? In het oude Nederlands van de statenvertaling betekent het `losprijs'. Een losprijs geef je om iemand vrij te kopen. Denk aan een gijzeling. Nu leert de Heilige Geest ons in bovenstaande tekstwoorden dat goddelozen wel eens de losprijs zijn voor rechtvaardigen.
Wat moeten we ons hierbij denken en wat heeft het ons te zeggen? We kunnen dit misschien het beste duidelijk maken aan een Bijbels voorbeeld. In II Samuël 24 staat de geschiedenis van de volkstelling. David laat het volk Israël tellen. Hij wordt van tevoren gewaarschuwd om het niet te doen, want het was een zonde van zijn hoogmoed. Maar koning David zet toch door en daarom komt God met Zijn straf. David is schuldig, maar wat doet de HEERE? Hij straft niet zozeer David, alswel het volk Israël. Waarom?
Ik heb dit vroeger erg oneerlijk van God gevonden: immers David zondigt en toch sterven er door een vreselijke pestepidemie, door een engel van God gezonden, vele duizenden Isralieten. Is dat eerlijk? Is dat rechtvaardig?
Salomo wijst erop dat God zo kan doen: de goddeloze wordt gestraft in de plaats van de rechtvaardige. Toch is God eerlijk. De goddeloze heeft immers tijdelijke en eeuwige straf verdiend ...! En dus is het echt niet gemeen wanneer God hem in plaats van Zijn kind straft. Dat God Zijn kind niet straft, is enkel Zijn goedheid. En dat Hij Zijn straf laat komen op het hoofd van de goddeloze, is precies wat die goddeloze verdient.
Een tweede voorbeeld is wat duidelijker: Israël komt door de Rode Zee heen en Farao met zijn soldaten verdrinkt erin. De rechtvaardige, Gods volk Israël, wordt niet in de Rode Zee verdronken. Een heel groot wonder, want zij hebben in Egypte wel zoveel zonden gedaan, dat ze deze verdrinkingsdood zeker hebben verdiend. Farao verdrinkt, de goddeloze komt in plaats van de rechtvaardige. Je begrijpt dat Farao het echt aan zichzelf te wijten heeft, dat hij omkomt: hij heeft het dubbel en dwars verdiend.
Dat God de goddeloze straft in plaats van de rechtvaardige ─ al vind je het misschien nog steeds niet zo heel erg begrijpelijk ─ is nog lang niet zo onbegrijpelijk als wat God in de volheid des tijds heeft gedaan. Toen heeft Hij de tekst van Spreuken 21 vers 18 helemaal omgekeerd. Precies het tegenovergestelde deed Hij toen. Toen werd de Rechtvaardige een rantsoen / losprijs voor de goddeloze.
God zond Zijn enige Zoon, Die Hij innig liefhad. Hij stelde Hem in de plaats van Zijn volk, schuldige en verdoemeniswaardige adamskinderen. De Rechtvaardige in plaats van goddelozen. En God strafte de Rechtvaardige, Zijn onschuldige Zoon, in plaats van de schuldige mens.
Dat God nu een schuldige goddeloze straft in plaats van een schuldige rechtvaardige ..., dat is misschien voor ons verstand nog duidelijk en aannemelijk te maken. Maar dat Hij een onschuldige Rechtvaardige straft in plaats voor schuldige goddelozen ..., dat is voor het verstand absoluut niet meer duidelijk te maken.
Daarom is het Evangelie van de plaatsvervanging of borgtocht ook zo'n heel groot wonder.
Daarom is het ook geen kleine zaak, dat we een Evangelie hebben vol van deze gedachte (zoals I Petrus 3 vers 18 het zegt):
“Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen.”
Heb jij wel eens geleerd dat jij heel persoonlijk deze Rechtvaardige nodig hebt? Of ben je ermee tevreden over Hem te horen in de preken en over Hem te lezen in de Bijbel? Dat is erg! Weet je wat jij nodig hebt? Dat deze Rechtvaardige in jouw plaats stond.
Daarom vraag ik je iets anders: heb jij wel eens geleerd dat jij zelf die goddeloze bent?
O, als je dit niet zielsbevindelijk leert, zul je de plaatsvervanging door Jezus Christus nooit leren kennen. Maar als je deze pijnlijke les mag leren: ik ben een goddeloze en ik ben het waard om in plaats van Gods volk te worden gestraft ... Dan wordt het wonder zo groot, dat God nu die ene Rechtvaardige, Jezus Christus, Zijn Eigen Zoon, wilde straffen in de plaats van goddelozen, zoals jij en ik.
Kun je dat begrijpen?