Spreuken 17:17 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
"Een vriend heeft te allen tijde lief
en een broeder wordt in de benauwdheid geboren."
Spreuken 17 vers 17
Wanneer Jonathan zijn prinselijke kleding aflegt en aan David geeft, bewijst hij zuivere liefde. Wat is er gebeurd? David heeft reus Goliath verslagen. En dan staat er, dat de ziel van Jonathan verbonden wordt aan de ziel van David en dat Jonathan hem bemint als zijn ziel. En dat Jonathan en David een verbond maken, omdat zij elkaar innig liefhebben. En dan neemt Jonathan zijn prinselijk gewaad en alles wat daarbij hoort en hij geeft dat aan zijn boezemvriend, zijn ziele-vriend David. Hij weet: David zal koning worden, ik niet. Maar hij houdt zoveel van David dat hij dat heel niet erg vindt. Hij gunt aan zijn vriend graag al de koninklijke eer en waardigheid!
Hier hebben we een voorbeeld van echte vriendschap.
Wat is eigenlijk vriendschap? Wanneer noem je iemand een vriend? Wij gebruiken dat woord soms in ruimere betekenis voor allerlei mensen met wie we het goed kunnen vinden. Maar soms - en dat geldt voor David en Jonathan en net zo ook voor de uitspraak van Salomo in Spreuken 17 - gebruiken we deze aanduiding voor iemand die we innig liefhebben. We houden bijzonder van die persoon, we geven heel veel om hem.
Hoe komt dat? Vaak is dat niet te verklaren. We weten het zelf niet. We kiezen ook niet voor zo'n vriendschapsverhouding. Er staat van de vriendschap van David en Jonathan dan ook niet dat Jonathan daarvoor kóós, maar er staat dat Jonathan's ziel verbonden wérd aan David's ziel. Niet Jonathan aan David, maar de ziel van Jonathan aan de ziel van David. Dat is nóg inniger ...
Een goede vriend of vriendin hebben is zeer belangrijk. Iemand van wie jij houdt, die jij vertrouwt; iemand die van jou houdt en die jou vertrouwt. Echte vrienden begrijpen elkaar ook als ze niets zeggen. Echte vrienden houden van elkaar, ook als er meningsverschil is.
Vooral: echte vrienden bidden met elkaar!
Sinds de dag dat wij egoïstisch zijn geworden (in de zondeval van Adam), kunnen we niet meer goede vrienden zijn, kunnen we geen goede vriendschapsrelatie meer onderhouden. Dan is er in de liefde tot die vriend(in) nog een heel brok zelf-liefde. Dit is het gevolg van onze liefdeloosheid / haat tegenover God: omdat we Hem niet liefhebben, haten we ook onze vrienden ... Maar wanneer de Heere door Zijn Heilige Geest ons van Zijn vijanden tot Zijn vrienden maakt, gaan we ook onze naasten liefhebben en zijn we in staat om door genade goede vriendschap te ontvangen, op te bouwen en te onderhouden.
Wonderlijker dan vriendschap in het natuurlijke is echter vriendschap in het geestelijke: dat je heel innig van een kind van God houdt. Waarom? Ook deze vriendschap is niet te verklaren, ze is een wonder van Gods genade: Hij verbindt Zijn kinderen aaneen. Soms is er helaas veel onbegrip tussen kinderen van God, veel verwijdering. Maar soms mag er een hartelijke, innige en heilige liefdesband worden gevoeld.
Nu moeten we oppassen dat we die niet misbruiken en dat we God daarin niet onteren, maar toch: deze vriendschap is een gave van God en mag daarom ook met vrijmoedigheid en blijmoedigheid worden genoten.
Salomo zegt zelfs in het volgende hoofdstuk, dat deze geestelijke vriendschap nauwer is dan de bloedband.
En wat kan je hart vrolijk worden over deze beleving van de gemeenschap der heiligen! Wat is het leven aangenaam, wanneer kinderen van God elkaar - vooral ook rondom de avondmaalstafel! - in bróederlijke liefde mogen ontmoeten!
Het is in dat verband dat Paulus aan de christelijke gemeenten schrijft: groet elkander met een heilige kus.
Deze kus was heilig, omdat ze niet uit natuurlijke, maar uit geestelijke liefde werd gegeven, zonder bijbedoelingen ...! Dan mag Gods kind wel eens iets beleven van de zoetheid die in Psalm 133 staat:
Ai ziet, hoe goed, hoe lieflijk is 't, dat zonen
van 't zelfde huis, als broeders samenwonen,
waar 't liefdevuur niet wordt verdoofd!
En:
Waar liefde woont, gebiedt de HEERE de zegen,
daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen
en 't Leven tot in eeuwigheid!
Wanneer we echter de woorden van Salomo uitleggen naar hun diepste bedoeling, dan wordt onze aandacht gevangen door maar één Vriend: Jezus Christus. Hij wordt door Zijn vijanden smadelijk (maar gelukkig heel terecht!) genoemd `een Vriend van tollenaren en zondaren'. En Zelf zegt Hij: `Wie de wil van Mijn Vader doet, die is Mijn broeder en zuster en moeder.'
Hij heeft te allen tijde lief, ook als Zijn discipelen ruzie maken om de ereplaats, ook als ze Hem het karwei van de voetwassing laten opknappen, ja zelfs als ze Hem in de nacht van Zijn gevangenneming allen verlaten en zich aan Hem ergeren ...!
Denk ook eens aan de volgende gebeurtenis:
"En de Heere Zich omkerende zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd had: eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen."
Wat een liefde heeft deze Jezus!
Wat een Vriend is deze Jezus!
Ken jij Hem? Zou je Zijn vriend willen zijn? Of haat je Hem nog? Er zullen maar weinig lezers zijn die zeggen: `Ik haat Jezus.' Maar is dat wel terecht? Heb je dan nog nooit ontdekt dat er haat in jouw hart leeft tegen deze Borg van zondaren?
Deze Vriend heeft te allen tijde lief, tot in de vloekdood van Golgotha ...! Hij heeft de Zijnen liefgehad tot het einde. Hij heeft bewezen wat een Vriend is:
"Niemand heeft meer liefde dan deze liefde, dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden."
Ben jij Zijn vriend? Jezus zegt in het volgende vers:
"Gij zijt Mijn vrienden, indien gij doet wat Ik u gebied."
Vanuit Zijn liefde tot mij ga ik Hem liefhebben. Als Hij Zijn heilige vriendschap aan mij bewijst, wekt Hij in mij een innige vriendschap wederom. En zó leer ik ook Zijn vrienden liefhebben als mijn vrienden.
God geve ons deze viervoudige vriendschap:
1 van Hem naar ons
2 van ons naar Hem
3 & 4 van ons als Zijn vrienden onderling!