Bishop J.C Ryle zegt over Lukas 8:41-48
Auteur: ds. W. Pieters
“En zie, er kwam een man, wiens naam was Jaïrus, en hij was een overste der synagoge; en hij viel aan de voeten van Jezus en bad Hem dat Hij in zijn huis wilde komen. Want hij had een enige dochter, van ongeveer twaalf jaren, en deze lag op haar sterven. En toen Hij heenging, verdrongen de scharen Hem. En een vrouw, die twaalf jaren lang de vloed des bloeds gehad had, welke al haar leeftocht aan medicijnmeesters ten koste gelegd had; en door niemand had kunnen genezen worden ...”
Hoeveel ellende en moeite heeft de zonde in de wereld gebracht! Het gedeelte dat we net hebben gelezen, verschaft ons daarvoor een treurig bewijs. Eerst zien we een bedroefde vader in bittere bekommering over een stervende dochter. Dan zien we een lijdende vrouw, die twaalf jaren door een ongeneeslijke kwaal was gekweld.
En dit zijn dingen die de zonde wijd en zijd over heel de wereld heeft gezaaid! Dit zijn alleen maar voorbeelden van wat onophoudelijk aan alle kanten aan de gang is. Dit is leed dat Gód in het begin niet heeft geschapen, maar dat de méns zelf door de val over zichzelf heeft gebracht. Er zou geen verdriet en geen ziekte onder Adams kinderen geweest zijn, als er geen zonde was geweest.
Laat ons in het geval van de vrouw, die hier wordt beschreven, bedenken dat het een treffende tekening is van de situatie van veel zielen. Ons wordt verteld dat zij gedurende twaalf jaren werd gekweld door een slopende kwaal en dat zij al haar leeftocht aan artsen had besteed en dat zij door niemand genezen kon worden. De situatie van het hart van veel zondaren is in deze omschrijving voor ons geplaatst als in een spiegel. Misschien beschrijft het wel onze eigen situatie.
Er zijn in de meeste gemeenten mannen en vrouwen die hun zonden diep hebben gevoeld en die erg werden gekweld door de gedachte dat ze niet zijn vergeven en dat ze niet bekwaam zijn om te sterven. Ze hebben verlangd naar verlossing en naar vrede van het geweten, maar ze wisten niet waar ze deze konden vinden. Ze hebben veel valse geneesmiddelen geprobeerd en hebben ervaren dat ze er niet beter van werden, maar eerder slechter!
"... Van achteren tot Hem komende, raakte de zoom van Zijn kleed aan; en terstond stelpte de vloed van haar bloed."
Zij hebben al de vormen van de godsdienst onderhouden en ze hebben zich vermoeid met elk mogelijk advies dat mensen hebben bedacht om geestelijke gezondheid te ontvangen. Maar alles is tevergeefs geweest. De vrede voor het geweten schijnt even ver weg als ooit. De inwendige wond lijkt een knagende, onbehandelbare zweer te zijn; en niets kan deze helen.
Nog steeds zijn ze ellendig, nog steeds ongelukkig, nog steeds grondig ontevreden met hun eigen toestand. In het kort, net als de vrouw over wie wij hierboven lezen, staan ze klaar om te zeggen: `Er is voor mij geen hoop. Ik zal nooit genezen worden.'
Laat zulke mensen allemaal troost putten uit het wonder dat we nu overdenken. Laat hen ervan overtuigd zijn dat er `balsem is in Gilead', die hen kan herstellen, als ze deze maar willen zoeken. Er is één deur waarop ze nog niet hebben geklopt in al hun pogingen om genezing te vinden. Er is één Arts bij Wie ze nog niet zijn geweest, Die nooit faalt om te genezen. Laat hen het gedrag van deze vrouw in haar nood bezien. Toen alle andere middelen faalden, ging ze naar Jezus om hulp. Laat hen gaan en hetzelfde doen.
Laat ons in de tweede plaats zien dat in het gedrag van deze vrouw een treffende afbeelding is van het eerste begin van een zaligmakend geloof en van zijn gevolgen. Ons wordt verteld dat zij `van achteren' tot onze Heere kwam en `de zoom van Zijn kleed aanraakte en dat onmiddellijk het vloeien van het bloed stopte.'
Haar daad is heel eenvoudig, en schijnt totaal onmachtig om enig groot resultaat te boeken. Maar het gevolg van deze daad is bijzonder wonderlijk! In een ogenblik is de arme patiënt genezen. Het herstel dat vele artsen haar in twaalf jaren niet hadden kunnen geven, werd in één ogenblik ontvangen. Het was maar één aanraking en ze was gezond!
"... Van achteren tot Hem komende, raakte de zoom van Zijn kleed aan; en terstond stelpte de vloed van haar bloed. ... En Hij zeide tot haar: dochter, wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede."
Het is moeilijk een levendiger tekening te bedenken van de ervaring van veel zielen dan de geschiedenis van de genezing van deze vrouw. Honderden konden getuigen dat zij, net als die vrouw, lang geestelijke hulp zochten bij waardeloze dokters en dat zij hun zielen vermoeiden met het gebruiken van geneesmiddelen die geen genezing boden. Ten slotte hoorden zij, net als zij, van Eén Die afgematte zielen genas en zondaren vergaf, `zonder geld en zonder prijs', als ze maar in geloof tot Hem wilden komen. - Deze voorwaarde scheen te gemakkelijk om geloofd te worden. De boodschap klonk te goed om waar te zijn. - Maar zij besloten (net als zij) het te proberen. Zij kwamen in geloof tot Christus met al hun zonden en tot hun verbazing vonden ze direct verlichting.
En nu voelen ze meer troost en hoop dan ze ooit voor die tijd voelden. De last scheen van hun rug af te rollen. Het gewicht scheen van hun gemoed afgenomen te zijn. Licht schijnt in hun harten binnen te dringen. Zij beginnen zich te verheugen in de hoop van Gods heerlijkheid (Romeinen 5 vers 2). En dit alles, zo zouden ze ons vertellen, is te danken aan één eenvoudig ding: zij kwamen tot Jezus juist zoals ze waren. Zij raakten Hem in geloof aan en werden genezen.
Laat het voor altijd op onze harten gegrift zijn dat geloof in Christus het grote geheim is van vrede met God. Zonder geloof zullen we nooit inwendige vrede vinden, wat we in de godsdienst ook doen. We zullen met alles ellendig blijven. Maar één gelovige aanraking van Christus is meer waard dan alle godsdienstige verrichtingen.
Onze menselijke hoogmoed vindt het niet fijn, maar het is waar! Duizenden zullen op de laatste dag zeggen dat ze geen rust vonden totdat ze in geloof tot Christus kwamen, tevreden waren met hun eigen werken te stoppen en geheel en al gezaligd te worden door Zijn genade.