Spreuken 2:7 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
"Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen;
Hij is een Schild voor hen die oprecht wandelen."
Spreuken 2 vers 7
Twee vragen komen op ons af: Wie is de HEERE hier? Wie zijn hier de oprechte mensen? 'Oprechten' zijn mensen die als berouwvolle zondaars op de rechte weg wandelen. Het beeld van God is in hen vernieuwd. Zij zijn Gods gunstgenoten, Zijn heiligen, toegewijd aan Zijn eer en afgezonderd voor Zijn dienst.
Zij krijgen onderricht van God zodat hun voeten (steeds weer) gericht worden op de weg des vredes. Deze weg wordt in de kanttekeningen vergeleken bij een wagenspoor. Deze weg is dus niet nieuw, maar het is een platgetreden pad. Loop jij in dat spoor, waarin anderen die de HEERE kinderlijk vrezen, jou voorleven en vooruitlopen?
Iemand is dus niet oprecht als hij zondeloos is of veel goede dingen doet, maar die jongen of dat meisje wordt oprecht genoemd die - met geen enkele gerechtigheid en met alleen maar ongerechtigheid - toch de rechte weg van het geloof gaat. Je bent dan op een wonderlijke wijze toch aangenaam in Gods oog om Christus' wil.
Je zou kunnen denken: hebben oprechte mensen wel een schild nodig? Ze zijn toch eerlijk? Ze hoeven zich toch niet te verdedigen, want hen treft geen schuld? Ze hoeven toch geen beschermend schild, want zij worden toch niet aangevallen? Integendeel, juist zij die in de Weg, Christus, wandelen, voelen zich kwetsbaar. Zij die wandelen in hun eigen wegen, denken dat zij God niet als hun Schild nodig hebben. 'Oprechten' alleen zijn overtuigd dat God geen zonde door de vingers ziet. Zij kennen hun zwakke plek, waar de zondeliefde steeds weer binnendringt, zij weten iets van de macht van de verleiding door satan. Het zijn allemaal vurige pijlen waarmee zij zich beschoten weten. Echter de HEERE voedt hen met troostrijke beloften, die zij nauwkeurig overdenken omdat Gods Woord hen niet beschaamt!
Verder zegt Salomo dat er voor die oprechte jongen of dat oprechte meisje iets heerlijks wordt weggelegd. Iets dat bestendig of duurzaam is. Wat is dat?
De ware wijsheid, in tegenstelling tot de ijdele / waardeloze wijsheid van de wereld. En het eeuwige hemels tegoed, in tegenstelling tot vergankelijke dingen van de aarde. God bewaart dat tegoed voor de oprechten.
Wie is de HEERE nu voor die oprechte mensen die de ware wijsheid ontvangen? Een Schild! God heeft Zich zo al aan Abram geopenbaard (Genesis 15 vers 1):
"Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot."
Dit beeld komt in de Bijbel meer voor. Paulus zegt (Efeziërs 6 vers 16):
"... bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, waarmee u al de vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen."
Dekking zoeken is voor een soldaat het belangrijkste, dat hij nooit mag vergeten. Zo is geloven in Christus niets anders dan altijd weer wegkruipen achter Hem als je veilig Schild. Of denk je dat je Hem als je Schild nog wel kunt missen?
De HEERE is voor Abram een Schild en Loon. En dit is in onze tekst precies zo: een bestendig wezen, een duurzame schat legt God weg voor jou (als je oprecht bent); en Hij is voor zo iemand ook een Schild. Abram nu moet zich verlaten op dit woord, op deze God, ondanks dat hij er niets van ziet. En dat is echt niet eenvoudig: onvoorwaardelijke geloofsovergave aan God.
De vader van Salomo dichtte (II Samuël 22 vers 31):
"Gods weg is volmaakt; Hij is een Schild voor allen die op Hem betrouwen."
En (Psalm 28 vers 7):
"De HEERE is mijn Sterkte en mijn Schild; op Hem heeft mijn hart vertrouwd, en ik ben geholpen; daarom springt mijn hart op van vreugde, en ik zal Hem met mijn gezang loven."
Zo beveiligd het nieuwe jaar in te gaan ... Zo elke dag de stormloop van de helse macht te weerstaan ... Zo steeds weer te schuilen achter Christus, wanneer Gods heilige wet je aanklaagt, dat je ook in het nieuwe jaar niets heiliger bent dan in het oude jaar ...
Kun je het zachtjes meezingen voor jezelf?
Want God, de HEER', zo goed, zo mild,
is 't allen tijd een Zon en Schild.
Hij zal genaad' en ere geven.
Hij zal hun 't goede niet in nood
onthouden, zelfs niet in de dood,
die in oprechtheid voor Hem leven.
Welzalig, HEER', die op U bouwt
en zich geheel aan U vertrouwt