Psalm 41 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Een toch wel erg onbekende Psalm is deze laatste Psalm van het eerste boek.
Misschien kijk je verbaasd bij de opmerking ‘het eerste boek’. Ja, al weten de meeste lezers het niet: het Psalmboek is in vijf delen verdeeld. Elk deel sluit af met een lofprijzing, zoals in vers 14: “Geloofd zij de HEERE, de God van Israël, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid! Amen, ja, amen.”
Kijk maar bij het einde van Psalm 72, 89, 106 en heel Psalm 150.
Waarover gaat het in deze Psalm? Volgens de statenvertalers bedoelt David Gods kinderen te bedanken voor hun medeleven toen hij ziek was: hij spreekt hen zalig die zich verstandig gedragen bij een ellendige. Hij mag hen beloven dat de HEERE hen zal bevrijden in tijden van kwaad.
Zelfs in het heden der genade ontvang je er de goede gevolgen van als je zo barmhartig met ellendige mensen omgaat: je zult op aarde gelukzalig gemaakt worden.
En als het gebeurt dat je zelf moet lijden, ziek wordt of zo, dan zal de HEERE je ondersteunen op je ziekbed (vers 4).
In vers 5 bidt David en doet hij belijdenis voor God: “Ik zei: o HEERE, wees mij genadig. Genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.”
Deze onbekende Psalm herinnert mij aan een oude man, aan de Kamperzeedijk, die – terwijl de tranen over zijn wangen rolden – eens vers 2 opzei:
Ik heb tot God geroepen om genâ. ‘k Zei in mijn angst en leed: “Genees mij, HEER’, die bij U schuldig sta en tegen U misdeed.”
De HEERE, Isrels God, zij lof bereid,
Die mij genadig is.
Prijs Hem van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Ja, amen, ’t is gewis.
Een kernvers is:
Geloofd zij de HEERE,
de God van Israël,
van eeuwigheid
en tot in eeuwigheid!
Meer over psalm 41
Psalm 41 zingen
Psalm 41 onberijmd
Samenzang psalm 41
Tekst en beeld psalm 41