Wat de bijbel zegt over de drie-eenheid (2)
Auteur: ds. W. Pieters
De jehova's getuigen (JG) willen wel erkennen dat Jezus een god is en goddelijke eigenschappen heeft, maar dat Hij God is, net zoals de Vader, dat ontkennen zij. Daarom verdraaien zij de Schrift. In Colossenzen 2 vers 9 schrijft de apostel:
`Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk.'
De bijbel van de JG maakt daarvan: `Want in hem woont de gehele volheid van de goddelijke hoedanigheid lichamelijk.' De wachttoren schrijft daarover dat de goddelijkheid van Jezus niet betekent dat hij gelijk is aan de Vader. Maar Paulus schrijft niet, dat er een volheid van Goddelijke eigenschappen in Jezus woont. Hij schrijft dat de Godheid in Jezus woont. Zelfs schrijft Paulus niet dat God in Jezus woont, want dat kun je nog geestelijk opvatten. God woont immers ook in Zijn volk. Maar de apostel schrijft onder de inspiratie van de Heilige Geest dat de Godheid, ja de volheid van de Godheid in Jezus woont. Dit kan niets anders betekenen dan dat Jezus Zelf God is.
Laten we ─ voordat we verder gaan naar een volgende Schriftplaats ─ over deze waarheid eerbiedig nadenken. Wat betekent het, dat onze Zaligmaker God is? Dat de Godheid van God de Vader lichamelijk woont in Zijn Zoon, onze Heere? We zien hierin de grote waardigheid en kracht van de Heere Jezus. Onze Middelaar is geschikt voor Zijn taak. Hoewel Hij mens was, kon Hij de eeuwige toorn van God tegen de zonde dragen, want de volheid der Godheid woonde in Hem lichamelijk / persoonlijk. Verder was om dezelfde reden Zijn offer van oneindige kracht of waardigheid. Hebben wij de Heere Jezus Christus leren kennen als God en mens? Of is Zijn Godheid voor ons alleen een theorie, een rechtzinnige belijdenis? Het gaat erom, dat ons hart Hem kent als onze `God-geopenbaard-in-het-vlees'.
De volgende Schriftplaats die door Ron Rhodes wordt behandeld, is Zacharia 12 vers 10. Daar staat in onze Bijbel: “En zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben.”
De bijbel van de JG vertaalt: `En zij zullen stellig opzien naar Degene die zij hebben doorstoken.' Wat is het verschil? Waarin verdraaien de JG de Heilige Schrift? Er staat in het Hebreeuws: `Mij'. God, de HEERE, Jehovah, spreekt hier. Hoe kunnen wij God aanschouwen? En nog veel moeilijker vraag: hoe kunnen wij God doorsteken? De JG hebben het woordje `Mij' veranderd in `Degene', omdat zij wel voelen (uit het Nieuwe Testament) dat deze profetie van Zacharia slaat op Jezus Christus. En volgens onze Bijbelvertaling is Jehovah dus dezelfde als Jezus Christus. Dit nu willen de JG ten koste van alles ontkennen. Maar in het Hebreeuws staat het en in de LXX (Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, die er reeds was in de dagen van Jezus). Hier zien we de dwalingen van de JG én de gezindheid van hen om liever de Heilige Schrift aan te passen, dan om hun ongelijk en dwaling in te zien! [Tussen haakjes maak ik ook nog op het volgende opmerkzaam. Bij de bestudering van deze tekst kwam ik op de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, de zogenaamde nieuwe vertaling. Zij hebben ook: `Zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben.' En bij het woordje `hem' staat dan als kanttekening: `Hier heeft deze vertaling terecht een tekstverbetering aangebracht, want het Hebreeuws heeft: zij zullen Mij aanschouwen. Maar dat gaat niet, want God kan niet doorstoken worden.' Ook de `Groot Nieuws'-vertaling en die van `Het Boek' hebben het Woord van God aangepast. Willen ze de Godheid van Christus eruit halen?!] Ik kan maar één opmerking plaatsen bij deze schriftverdraaiingen door zowel de JG als de moderne vertalingen: wat een dwazen. Het is toch duidelijk, wanneer God zegt dat de mensen Hem zullen zien en dat de mensen Hem hebben doorstoken én wanneer in het Nieuwe Testament deze profetie wordt betrokken op Christus (zie Johannes 19 vers 37 en Openbaring 1 vers 7) ─ dat dan God / Jehovah én Jezus Christus Dezelfde zijn! Christus is de Jehovah van Zacharia 12 vers 10! Hier zien wij klaar dat Hij, Die aan het vloekhout van Golgotha hangt en Hij, Die wederkomt op de wolken des hemels de `Mij' is van Zacharia 12 vers 10. En Wie is aan het woord in dat Schriftgedeelte? Jehovah! Om met deze overduidelijke en heerlijke Schriftplaats tot onszelf te komen: Er staat nog wat bij in Zacharia 12 vers 10: `En zij zullen over Hem rouwklagen als met de rouwklage over een enige zoon, en zij zullen over Hem bitter kermen, zoals men bitter kermt over een eerstgeborene.' Vraag: hebben wij zulk een diepe smart over Jezus' kruisiging? Zo nee, dan zijn we verder weg dan de JG!
Paulus neemt op het strand van Milete afscheid van de ouderlingen van Efeze en zegt dan onder andere (Handelingen 20 vers 28): "Zo hebt dan acht op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners heeft gesteld, om Gods gemeente te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed." Het gaat over de laatste woorden. Daar zegt de apostel, dat God de gemeente heeft verkregen / gekocht met Zijn eigen bloed. Dit versdeel is door de Jehovahgetuigen (JG) als volgt vertaald: `... om de gemeente van God te weiden, welke hij met het bloed van zijn eigen [Zoon] heeft gekocht.' Het gaat nu om het tussengevoegde woordje `Zoon'. Dit woord staat niet in de grondtekst. Daarom zetten de JG het ook tussen vierkante haken. De `groot-nieuws bijbel' en `het boek' zijn nog onzuiverder dan de valse vertaling van de JG, want zij voegen het woord `Zoon' in, zonder aan te geven dat het er in het Grieks eigenlijk niet staat. Maar waarom voegen deze vertalingen (en in het bijzonder de JG) het woordje `Zoon' in? Is daar reden voor? Ja, zeggen de JG, want het bloed waarmee de gemeente is gekocht, is het bloed van Jezus Christus. Wel, dat is waar. We ontkennen het niet. Alleen, nu komt het: is het bloed van Jezus Christus het bloed van God Zelf? Met andere woorden: is Jezus Christus Zelf God, eenswezens met Zijn Vader? De JG ontkennen dit. En dus is het bloed van Jezus Christus niet het bloed van God. Want Jezus is alleen maar een schepsel. Maar ja, jammer genoeg voor hun opvatting schrijft Lucas (en zegt Paulus) in Handelingen 20 vers 28, dat God Zijn gemeente heeft gekocht met Zijn eigen bloed. Hoe moet je hier nu mee aan, wanneer je de Godheid van Christus ontkent? Dan is er maar één mogelijkheid: de Bijbel verdraaien. En dat gebeurt dan ook dapper in de verschillende moderne vertalingen. Wij mogen met blijdschap het Woord naspreken en getuigen: het bloed waarmee Gods uitverkorenen zijn gekocht, is geen mensen-bloed zonder meer. Maar het is Gods eigen bloed. Hier ligt onder andere dit heerlijke Evangelie in voor jou: al zijn je zonden onnoemelijk veel en groot: de losprijs is altijd hoger, altijd meer! Als je vraagt: heeft God ook bloed? Dan zeggen wij: God is een Geest en heeft dus geen bloed. Maar God de Zoon is mens geworden (zie ook bladzijde 18) en uit het vlees en bloed van de maagd Maria heeft Hij vlees en bloed aangenomen. Zodat God (de Zoon) toen wel bloed had en met Zijn eigen bloed de gemeente kon kopen / verwerven.
Denk er eens over na: wat een hoge prijs heeft Jezus Christus betaald voor de zonden van Zijn geliefde bruidsgemeente: namelijk Zijn dierbaar hartebloed. Dat bloed heeft een oneindige waarde. Niet alleen omdat het uit liefde is gegeven. Maar veel meer omdat de Persoon Die Zijn bloed gaf, waarachtig God was (en niet alleen waarachtig mens). Zo belijden wij met de Dordtse Leerregels, hoofdstuk II, paragraaf 4. Zoek het eens op en lees het maar eens na. Het is voor ons niet te vatten, hoe de twee naturen van Jezus Christus zich verhouden. Het is een geheim. Paulus noemt dit geheim: de verborgenheid der godzaligheid. Ons is wel geopenbaard dàt Christus God en mens in één Persoon is, maar ons is niet geopenbaard hóe Hij God en mens tegelijk kon zijn. Daarom staan we soms voor onoplosbare raadsels. Maar het geloof mag belijden: dit geheim bewonder ik en deze Middelaar aanbid ik. Ik hoef God niet te begrijpen en ik hoef ook de menswording van Zijn Zoon niet te begrijpen. Zouden we niet veel beter met de Heilige Schrift, Romeinen 11 vers 33 en 34, kunnen uitroepen: "O diepte van rijkdom, beide van de wijsheid en van de kennis van God! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn Zijn wegen! Want wie heeft de zin (gedachte) des Heeren gekend of wie is Zijn raadsman geweest?" Is het niet grenzeloos hoogmoedig om het geheim van Christus' Persoon en werk te willen begrijpen? En is het niet grenzeloos brutaal om - nu ik het niet kan begrijpen - het te ontkennen en voor onmogelijk te verklaren? Ja, het is de goddeloosheid ten top! Laat ons dan eerbiedig het getuigenis der Heilige Schrift naspreken. Als de geïnspireerde Schrift ons zegt, dat God Zijn gemeente heeft gekocht met Zijn eigen bloed, waarom zou ik dit dan ontkennen? Het is enkel en alleen een list van satan. Hij heeft dit dubbel-doel: Christus Zijn eer ontroven (Die mag geen God heten en geen Goddelijke eer ontvangen) en ons de zaligheid ontroven. Want wie de Godheid van Christus ontkent, kan niet zalig worden!