Psalm 132 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
In deze Psalm lezen we over het vurige verlangen in het hart van koning David om een ereplaats te geven aan de ark. De ark was het meest heilige voorwerp in heel het godsdienstige leven van Israël. Deze ark was in de tijd van Samuël en Eli door de Filistijnen buit gemaakt. Later was ze wel weer teruggebracht naar Israël, maar sinds die tijd had de ark alleen maar een primitief en provisorisch onderkomen gehad.
David wilde dit niet. Hij zelf had na jaren omzwerven eindelijk rust gevonden, en bewoonde een paleis. Daarom kon hij de gedachte niet verdragen dat de HEERE als het ware in een schamele tent zou ‘wonen’.
Hij brengt de ark – die tijdens de regering van zijn voorganger, Saul, verwaarloosd was – naar de hoofdstad van het koninkrijk, Jeruzalem.
De Heere vindt dat goed. Al mag David, de man van de vele oorlogen, geen huis voor de Heere bouwen, toch geeft God als ‘beloning’ rijke beloften aan hen die zich bekommeren om het welzijn van de ark.
Wat kun jij met deze geschiedenis? Ik denk dat het goed is – nu jij in de leeftijd van ambities en plannen maken zit en op carrière gericht bent – dat jij je afvraagt: wat weegt voor mij zwaarder, mijn baan, toekomstig huwelijk enz., of het Koninkrijk van God? Meteen denk je natuurlijk aan de woorden van onze Heere Jezus Zelf in Mattheüs 6 vers 33: “Zoek eerst het Koninkrijk van God…”
De beloften in Psalm 132 gaan over eten en drinken, dus het dagelijks levensonderhoud én over de priesterdienst, de verzoening dus. Net als in het Onze Vader is de volgorde in de verzen 15 & 16: eerst “geef ons heden ons dagelijks brood” en dán “en vergeef ons onze schulden”.
Wat kun jij hiermee? In de weg van geloofsgehoorzaamheid aan Mattheüs 6 vers 33 belooft God (én in Psalm 132 én in Jezus’ eigen woord): “en al deze dingen [eten, drinken en kleding, WP] zullen u toegeworpen worden.”
Psalm 132 vertelt ons ook hoe het met dat Koninkrijk van God gaat (vers 18): “Ik zal Zijn vijanden met schaamte bekleden, maar op Hem zal Zijn kroon bloeien.” Het staat er met de gemeente van Jezus Christus dus – ondanks alles – goed voor.
Gerechtigheid zij ’t reine kleed
Der priesters die steeds voor U staan.
Uw gunstvolk ziet dit juichend aan.
Beschaam niet die U zalven deed
Om Davids wil, Uw onderdaan.
Een kernvers is:
Laat Uw priesters bekleed worden
met gerechtigheid,
en laat Uw gunstgenoten juichen.
Meer over psalm 132
Psalm 132 zingen
Psalm 132 onberijmd
Samenzang psalm 132
Tekst en beeld psalm 132