Bishop J.C Ryle zegt over Lukas 12:20-21
Auteur: ds. W. Pieters
"Maar God zeide tot hem: gij dwaas, in deze nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, van wie zal het zijn? Alzo is het met hem, die voor zichzelf schatten vergadert en niet rijk is in God."
Laat ons ten slotte in deze verzen opmerken hoe belangrijk het is om rijk te zijn in God. Dit is ware wijsheid. Dit is de ware voorziening voor de toekomst. Dit is echte voorzichtigheid. De wijze is hij, die niet alleen denkt aan aardse schatten, maar aan een schat in de hemel.
Wanneer kan het van iemand gezegd worden, dat rijk is in God?
Nooit totdat hij rijk is in genade en rijk in geloof en rijk in goede werken!
Nooit totdat hij zich heeft verlaten op Jezus Christus en van Hem goud heeft gekocht, dat beproefd is in het vuur (Openbaring 3 vers 18)!
Nooit totdat hij een huis heeft, niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen!
Nooit totdat hij een naam heeft, die ingeschreven is in het boek des levens en een erfgenaam van God is en een mede-erfgenaam met Christus!
Zo'n man is waarlijk rijk. Zijn schat is onverderflijk. Zijn bank gaat nooit failliet. Zijn erfenis verdwijnt niet. Mensen kunnen hem er niet van beroven. De dood kan het hem niet ontfutselen. Alle dingen zijn al van hem: leven, dood, tegenwoordige en toekomende dingen (I Korinthiërs 3 vers 23). En het beste van alles is: wat hij nu heeft, is niets vergeleken met wat hij hiernamaals zal hebben.
Rijkdommen als deze zijn binnen het bereik van elke zondaar, die komt tot Christus en Hem aanneemt. O, dat we nooit zullen rusten, voordat ze van ons zijn! Die te verkrijgen kan ons iets kosten in deze wereld. Het kan op ons brengen: vervolging, belachelijk gemaakt worden, spot. Maar laat de gedachte ons vertroosten, dat de Rechter van allen zegt: `Gij zijt rijk' (Openbaring 2 vers 9).
De ware Christen is de enige die werkelijk rijk en wijs is.