Psalm 52 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Wie een beetje thuis is in de Bijbel, weet wel wie Doëg is. Zo niet, lees dan zijn geschiedenis in 1 Samuël 22 vers 6-19. Over deze vuile moordenaar gaat het. Dus niet over zulke nette, opgepoetste kerkgangers als jij en ik… Of toch?
In Psalm 51 ging het over moordenaar David, nu over moordenaar Doëg. Wat is de Bijbel toch vol van allerlei ellende. Ik herinner mij een gemeentelid in Genemuiden die zei: “Ik lees al lang geen Bijbel meer. Dat boek staat vol over moord en doodslag…!”
Toch is het goed om dat Boek te lezen, want je kijkt bij al die gruwelverslagen niet door een venster, maar in een spiegel. Het gaat uiteindelijk niet over een ander (Doëg), maar over jou en mij; al leven we het nog niet uit. Maar wie staat, moet goed oppassen dat hij niet valt. Paulus schrijft het nog scherper: wie méént te staan… wie zich inbeeldt dat hij… geen moordenaar is en nooit zal worden. Laat hem dan goed oppassen, want hij en wij zijn tot alles in staat.
Wat doet David tegen deze gruwelijke slachting? Hij getuigt: “Gods goedertierenheid duurt heel de dag.” Gods trouw aan Zijn belofte, uiteindelijk de belofte dat Christus geboren zal worden, blijft bestaan. Geen Doëg en geen duivel kan dat veranderen.
Het laatste vers van de berijmde Psalm 52 is mij persoonlijk heel dierbaar: als jongen van zeventien zong ik elke morgen bij het orgel dit vers:
Mijn God, U zal ik eeuwig loven,
Omdat Gij ‘t hebt gedaan.
‘k Verwacht Uw trouwe hulp van boven.
Uw waarheid zal bestaan.
Uw Naam is voor ‘t oprecht gemoed,
Van al Uw gunstvolk goed.
Van harte toegewenst dat jullie deze Naam liefhebben en deze God eeuwig zullen loven!
Ik zal U, HEERE, eeuwig loven,
Want dit hebt U gedaan.
Op U, Wiens Naam spreekt van beloven,
Zal mijn vertrouwen staan.
Uw Naam is voor Uw gunstgenoot
Oneindig goed en groot.
Een kernvers:
Ik vertrouw
op Gods goedertierenheid,
eeuwig en altijd
Meer over psalm 52
Psalm 52 zingen
Psalm 52 onberijmd
Samenzang psalm 52
Tekst en beeld psalm 52