Psalm 14 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Psalm 14 en jij
Twee keer staat de Psalm die op deze bladzijde onder onze aandacht is, in de Bijbel (Psalm 53).
Op deze bladzijde kun je lezen hoe een evangelist in Toronto over deze Psalm ‘preekte’.
Van zondag tot zondag bezocht Jonathan Goforth in Toronto de gevangenis. Gedurig smeekte hij dat God de weg voor hem zou openen om bij die gevangenen binnen te komen met het evangelie van Jezus Christus. Eerst mocht hij slechts in de ontvangstkamer komen, maar toen de cipier hem vertrouwde, kreeg hij verlof om ook de gangen in te gaan.
Op een zondagmorgen, toen hij midden in de gangen stond en net met zijn ‘preek’ zou beginnen, schreeuwde een man: “Ik geloof niet dat er een God is.” Een moment viel er een gespannen stilte. Toen wandelde Goforth naar de cel van die man en zei heel vriendelijk: “Wel, beste vriend, dit Boek dat ik heb, spreekt over jou.” De man lachte ongelovig. Wat kon ooit een boek over hem te zeggen hebben? Goforth zocht Psalm 14 op en las het eerste vers: “De dwaas zegt in zijn hart: er is geen God.” Toen ze dat hoorden, barstten alle gevangenen in lachen uit. Hoewel hij van plan was geweest over een ander onderwerp te spreken, veranderde hij dat en sprak over de zojuist genoemde tekst. De mannen luisterden aandachtig en toen hij ophield, waren sommigen in tranen. Daarna ging hij van cel tot cel en sprak met een ieder persoonlijk over het ernstige gevaar waarin hun zielen waren.
Calvijn over Psalm 14
Het aanroepen van God is de voornaamste oefening van godsvrucht.
De toepassing van deze geschiedenis is: en jij? Houd jij rekening met het bestaan van God? Officieel zal jij Zijn bestaan wel niet ontkennen, maar in de praktijk van je geldbesteding? Of hoe jij met seksualiteit omgaat?
Kortom: Hoe ga jij met Zijn wet om? Zie Psalm 1…
De dwaze spreekt wel trots in zijn gemoed:
“Er is geen God, geen oordeel na het sterven.”
Terwijl zij zich in gruwelen verderven,
Is er niet één die in dit alles doet
Nog enig goed.
Een kernvers is:
Och, dat Israëls verlossing
uit Sion kwam! …
dan zal Jakob zich verheugen,
Israël zal verblijd zijn.
Zingen
God geeft ons stembanden om te spreken. Een onbegrijpelijk groot wonder. Maar de Heere geeft ons ook stembanden om te zingen, wat een groter wonder is. Want sprekend zingen / zingend spreken is voor de mens een hogere uiting van gevoel dan zonder zang kan worden vertolkt. God geeft ons dit alles om Hem te loven, te prijzen, te eren. Vraag: hoe gebruiken wíj onze stembanden? Als ons hart erin mee mag komen, zingen we om God te verheerlijken; ook om onze nood te klagen, onze schuld te belijden en onze blijdschap te uiten.
Twee wegen
In de Psalmen komen steeds twee wegen voor, twee groepen mensen. En elke keer weer komt vandaar de vraag indringend naar ons toe: op welke weg wandel ík? Bij welk soort mensen hoor ík? Ben ik een godvrezende of een goddeloze? Denk er goed om: de spotter vinden we niet alleen in de kroeg, maar ook in de kerk. Niemand spot zo afschuwelijk met God als zij die onder godsdienstige schijn een goddeloos leven leiden.
Nood
Waarom zijn Gods kinderen zo vaak in nood? Kan God ze daarvoor niet bewaren? Jawel, maar Hij laat hen in de nood komen, niet om ze te plagen, maar om ze te onderwijzen. Anders hadden wij deze prachtige Psalmen niet gehad, omdat ze veelal in de nood werden geboren! Klem je aan Hem in Zijn belofte vast, door oprecht geloof, ook als de weg heel moeilijk wordt; en zie als in een spiegel dat de Heere gewoon is Zijn volk in deze weg te beproeven en voor de eeuwige Godsaanschouwing rijp te maken. Tot ons komt de vraag: ben jij het ermee eens om beproefd te worden?
Uit de oudste Nederlandse Psalmberijming
Salich is die man / en goed geheten
Die tot de bozen niet en gaat
Noch bij de spotters is gezeten
Die in hun wegen niet en staat.
Maar in de wet van God de Heere
Stelt zijnen wille dag en nacht
En op Zijn wet gedencket zeere
Zal worden als een boom geacht.
Gelijk een boom bij de rivieren
Zijn vruchten geeft te zijner tijd.
Zo zal gewis in all’ manieren
Deez’ man ook zijn gebenedijt.
Een blad en zal niet mogen dalen
Van dezen boom (dit wel versint)
Geluk en voorspoed zal hij halen
Al wat hij op de aard’ begint.
Maar dit en zal niet mag gebeuren
De bozen die Gods wet verschuift
God zal hem van de aard’ verscheuren
Gelijk de wind dat zand verstuift.
Daarom zij zullen bij de goeden
Noch in dat oordeel blijven staan.
Hieraf zo wil ons God behoeden /
Beschermen / en niet van ons gaan.
Want God bekent haar weg en leven
Al die de deugd hanteren fijn
Maar die de boosheid hier aankleven
Hun weg die zal verloren zijn.
(1540, Souterliedeken = Psalterlied = Psalm)