Psalm 137 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Als jij je probeert voor te stellen welke ontberingen de bevolking van Jeruzalem leed, toen de stad maandenlang door de koning van Babel en het leger van de Chaldeeën werd belegerd, en als jij je vervolgens probeert in te denken hoe erbarmelijk de Judeeërs er aan toe moeten zijn geweest, toen ze na een vreselijke tocht in Babel aankwamen …, dan kun je enigszins het onpeilbare verdriet begrijpen waarover Psalm 137 iets zegt.
Waarom gebeurde dit? God vertelt het: als iemand Hem ongehoorzaam is, volgt er straf. Deze straf was niet te zwaar, maar wel heel zwaar.
Een onderdeel van het leed van de voormalige inwoners van Jeruzalem was dat het broedervolk Edom (nakomelingen van Ezau) leedvermaak had en het de Joden gunde dat de Babyloniërs zo vreselijk huishielden (vers 7). Ja, in Obadja lezen we in de verzen 10 tot en met 14 zelfs hoe de Edomieten de belegeraars een handje hielpen: sommige Jeruzalemmers wisten te ontsnappen, maar Edomieten roeiden hen uit of leverden ze uit aan de vijand.
Wat gemeen! En zo is het veel Joden vergaan in de Tweede Wereldoorlog.
Wat kun jij nu met Psalm 137? Op zijn minst deze twee dingen ter harte nemen:
- God neemt de zonde heel zwaar en straft die uiteindelijk zeker.
- Pas op voor leedvermaak en reken erop dat God dat heel erg vindt.
Met de laatste twee verzen van deze Psalm hebben veel christenen een groot probleem. De dichter zegt daar dat Babel verwoest zal worden en dat die persoon welgelukzalig is die aan deze wrede onderdrukkers hun misdaad zal vergelden. Het laatste vers luidt zelfs: “Welgelukzalig zal hij zijn, die uw kinderkens zal grijpen en aan de steenrots zal verpletteren.”
Is hier onbijbelse wraakzucht aan het woord? Is dit voor de gemeente van de zachtmoedige Jezus onacceptabel? Lees Openbaring 19:
Hierna hoorde ik een grote schare in de hemel zeggen: “Halleluja, de heerlijkheid zij voor de Heere, onze God, omdat Hij het bloed van Zijn dienaren gewroken heeft. En zij zeiden de tweede keer: “Halleluja!”
Als ik Jeruzalem ooit zal vergeten,
Dan zal mijn rechterhand geen weg meer weten
Op enig instrument van snarenspel.
Mijn tong verkleeft, als ik niet steeds vertel
Hoe Sion door Gods gunst ons was gegeven
Om daar de grootste vreugde te beleven!
Een kernvers is:
Aan de rivieren van
Babel, daar zaten wij;
ook weenden wij,
als wij dachten aan Sion.
Meer over psalm 137
Psalm 137 zingen
Psalm 137 onberijmd
Samenzang psalm 137
Tekst en beeld psalm 137