Het Psalmboek van Petrus Datheen
Auteur: ds. W. Pieters
Er wordt in de kerk op twee manieren gebeden, de ene manier is alleen met woorden; de andere met zingen. En in de praktijk zien we dat het zingen grote kracht heeft om het hart der mensen te bewegen en met min of meer vurige ijver te ontsteken om God aan te roepen en te loven.
Maar we moeten wel opletten dat dit zingen niet wild of lichtvaardig is, maar plechtig en ernstig. Zodat er onderscheid is tussen gewone muziek om mensen te vermaken én de Psalmen die men in de gemeente zingt in de tegenwoordigheid van God.
Wij hopen dat deze Psalmen heilig bevonden zullen worden, aangezien ze op stichting gericht zijn. Ze kunnen ook in huis en op het veld een middel zijn om ons op te wekken om God te loven, en om onze harten tot Hem op te heffen, en onszelf te vertroosten. We kunnen vanuit de Psalmen Zijn grote kracht, goedheid, wijsheid en gerechtigheid overdenken.
De Heilige Geest vermaant ons niet zonder reden zo dringend om ons in God te verheugen. Want Hij weet wel hoe geneigd wij zijn om ons te verblijden in ijdele lichtvaardigheid. En dan zoeken we zotte middelen om ons te vermaken. Onze Heere legt ons hier middelen voor om ons af te houden van de begeerlijkheden en lusten van vlees van wereld. En om ons in de geestelijke vreugde, die Hij ons zo aanbeveelt, te oefenen en ons nergens anders mee te bekommeren.
Eén van de voornaamste middelen om ons te vermaken is muziek. We moeten die dan ook zien als een gave van God. Daarom moeten wij er des te nauwkeuriger op toezien dat we ze niet misbruiken, zodat muziek tot onze verdoemenis strekt, terwijl ze eigenlijk bedoeld was tot onze zaligheid. Daarom moeten we ervoor zorgen dat de zang eerbaar is.
Er is nog meer: geen ding beïnvloedt de zeden zo sterk, als muziek. We zien dagelijks, dat muziek een verborgen en bijna ongelooflijke kracht heeft om harten op de één of andere manier te bewegen. Daarom moeten we des te beter ervoor zorgen dat muziek en zang ons nuttig en niet schadelijk zijn. Daarom hielden de kerkvaders oneerbare liederen voor dodelijk vergif. Van belang is dan ook de inhoud van de woorden en de melodie van de muziek. Het is waar, dat álle kwade samensprekingen goede zeden verderven (zoals Paulus zegt), maar als de melodie erbij komt, des te meer. Het vergif druppelt door de muziek des te dieper in het hart! Daarom moeten wij zulke liederen hebben die eerbaar en heilig zijn. En dat zijn de Psalmen, die de Heilige Geest Zelf ons heeft gegeven. Als wij de Psalmen zingen, zijn we ervan verzekerd, dat God Zelf ons de woorden in de mond legt. Daarom moeten mannen, vrouwen en kinderen zich eraan wennen om Psalmen te zingen; zodat we ons bij het gezelschap van de engelen voegen.
Psalm 25 van Marnix van St. Aldegonde, 1580
Tot Dy staet mijn siel verheuen
2. Mijn God, mijn hoop rust op Dy,
Laet my doch geen schand' aencleuen,
Noch mijn vyant werden bly.
3. Laetse tot schand’ nemmermeer
Worden die op Dy vertrouwen:
Maer op die de schande keer’
Die des’ met onrecht benouwen.
4. Gheef my, Heer’, Dijn wech te kennen:
Leer my Dyne rechte baen:
5. Stuer my: wil mijn voeten wennen
In Dijn waerheyt recht te gaen:
Want Du bist God die my mach
Ende wilt oock salich maken:
Op Dy wacht’ ick al den dach
Met verlanghen ende waken.
6. Denck aen Dijn barmherticheden:
Door Dijn goetheyt word’ beweegt
Die Du in den tijt verleden
Vanden aenvanck hebst ghepleegt,
7. Vergeet de sond’ myner jeugt,
Denck niet meer op mijn misdaden:
Maer om Dyne groote deugt
Ghedenck myner in ghenaden.
8. God de Heer’ is goedertieren
Trouw, warachtich end’ oprecht
Dies sal Hy de sondaers stieren
Op een effen baen end’ slecht.
9. D‘ arm volck in druck ende pijn
Sal de Heer’ met recht bescheyden:
End’ al die ootmoedich zijn
Sal hy op zijn weghen leyden.