Psalm 139 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Twee onderwerpen komen in Psalm 139 aan de orde. Het eerste vind je op deze bladzijde, het tweede op bladzijde 17.
In vers 1 gaat het er meteen over: God kent mij. Hij weet alles van mij, niet alleen mijn daden (die Hij allemaal zag) en niet alleen mijn woorden (die Hij allemaal hoorde), en niet alleen mijn gedachten (die Hij allemaal ‘leest’), maar zelfs mijn toekomst.
De dichter schrijft dit allemaal niet op de toon van schrik en vrees, maar van diep ontzag voor God Die alwetend blijkt te zijn, én van dankbare blijdschap, omdat hij zich nu bij Hem wel heel veilig voelt.
Ze kunnen Gods kind verstoppen in een gevangenis of concentratiekamp, zoals in Noord-Korea, zodat niemand ooit meer iets van hem hoort, maar nooit zó dat God hem uit het oog verliest!
Wát een troost als je Hem volstrekt vertrouwt!
Je kunt zelf wel bedenken dat wij van deze alwetendheid van God kunnen leren: wees er altijd op bedacht dat God je ziet en hoort en kent. Probeer niet stiekem te zondigen, want dat lukt je nooit.
Ook iets anders kun je uit deze waarheid halen: als jij voor jezelf een raadsel bent en niet meer weet wat je over jezelf moet denken, dan mag je met de laatste verzen meebidden: “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart. Beproef mij, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg is, en leid mij op de eeuwige weg.”
Het is heel nuttig om eens naar binnen te kijken en je af te vragen hoe het er op reis naar de grote Godsontmoeting met je voorstaat: wandel ik werkelijk op de smalle weg? Of verbeeld ik me maar wat en ren ik op een gevaarlijk pad, een schadelijke weg?
Maar hoe weet je nu of je het wel goed ziet, of je jezelf wel echt kent, en of je uiteindelijk jezelf toch niet vergist of bedriegt? Die vraag los jij niet op. De dichter ook niet. Daarom bidt hij dat God hem doorlicht, een ‘röntgenfoto’ van zijn ziel neemt. Ook, dat God hem corrigeert, hem bij de hand neemt, om hem te leiden op de weg van het eeuwige leven.
Dit gebed past ons allemaal, levenslang!
U HEERE, hebt mijn hart doorgrond.
Niets was er wat U niet verstond.
U kent mij, waar ik zit of sta,
Ook als ik soms ver van U ga.
Niets kan ik denken of verzinnen,
Of U ziet ook mijn hart van binnen.
Een kernvers is:
Als er nog geen woord
op mijn tong is, zie, Heere,
U weet alles.