Bishop J.C Ryle zegt over Marcus 6:30
Auteur: ds. W. Pieters
“En de apostelen kwam tezamen tot Jezus en boodschapten Hem alles, beide wat zij gedaan hadden en wat zij geleerd=onderwezen hadden.”
Laat ons in dit vers opmerken het gedrag van de apostelen, wanneer zij terug keren van hun eerste uitzending als predikers. Wij lezen, dat zij tezamen kwamen tot Jezus en dat zij Hem alles vertelden, zowel wat zij gedaan hadden als wat zij onderwezen hadden.
Deze woorden bevatten een belangrijke les. Zij zijn een helder voorbeeld voor alle dienaren van het Evangelie en voor alle arbeiders in het grote werk om goed te doen aan zielen. Zulke mensen zouden allen dagelijks moeten doen, zoals de apostelen bij deze gelegenheid deden. Zij zouden al de dingen die hun voorkomen aan het grote Hoofd van de Kerk moeten vertellen. Zij zouden al hun werk voor Christus moeten uitspreiden en van Hem raad, leiding, kracht en hulp vragen.
Gebed is het hoofdgeheim van vrucht in geestelijke zaken. Het beweegt Hem Die hemel en aarde kan bewegen. Het brengt naar beneden de beloofde hulp van de Heilige Geest, zonder Wie de beste preken, de duidelijkste onderwijzing en het meest ingespannen werk allemaal tevergeefs zijn.
Niet altijd zijn zíj de meest succesvolle werkers voor God, die de meest uitstekende gaven hebben.
─Zíj zijn het gewoonlijk, die het meest nauw gemeenschap met Christus houden en het meest volhardend zijn in gebed.
─Zíj zijn het, die met de profeet Ezechiël roepen: “Kom aan van de vier winden, o Geest, en blaas op deze gedoden, opdat zij mogen leven.” (Ezechiël 37 vers 9)
─Zíj zijn het die het meest nauwkeurig het apostolisch voorbeeld volgen en `zich geven aan het gebed en aan de bediening van het Woord.' (Handelingen 6 vers 4)
Gelukkig is die kerk, die zowel een biddende als een predikende bediening heeft!
De vraag die we aangaande een nieuwe prediker zouden moeten stellen is niet alleen `Kan hij goed preken?', maar `Bidt hij veel voor zijn volk en zijn werk?'