Spreuken 20:7 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
"De rechtvaardige wandelt steeds in zijn oprechtheid;
welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem."
Spreuken 20 vers 7
`God heeft voor het zaad der gelovigen genade weggelegd', zo schrijft Matthew Henry in zijn Bijbelverklaring op dit vers. En wat is dat heerlijk: dat de Heere een godzalige opvoeding zo wil zegenen.
Salomo schrijft hier over een rechtvaardige. Dat is iemand die door geloof deel heeft aan de rechtvaardigheid van Christus. Ook in het Oude Testament was deze rechtvaardigheid van Christus er. Christus was nog niet gestorven, maar in de offers liet de Heere al afbeelden dat Christus zou sterven. En door het geloof hadden al Gods kinderen in het Oude Testament ook deel aan deze rechtvaardigheid van Christus.
Zo kan Salomo schrijven over een rechtvaardige.
Hij schrijft erbij, hoe zo iemand leeft: hij wandelt in zijn oprechtheid. Wat betekent `oprechtheid'? Iemand is oprecht, wanneer hij het echt meent, wanneer hij niet liegt en niet bedriegt. Oprecht betekent dat hij onschuldig is.
Wandelen in je oprechtheid betekent dus, dat heel je levenswandel eerlijk is. Dat je te vertrouwen bent en dat je niet liegt. Salomo schrijft dus over een kind van God, die door het geloof rechtvaardig mag heten en die in de praktijk van zijn leven eerlijk is.
Salomo weet best wat oprechtheid is, door het voorbeeld van zijn vader, David. David schrijft over een levenswandel van oprechtheid, zoals in Psalm 24 vers 4: "Die rein van handen en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid en die niet bedrieglijk zweert;" en in Psalm 101 vers 2: "Ik zal verstandig handelen in de oprechte weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden van mijn huis wandelen in oprechtheid van mijn hart." Ook spreekt God over David als een man vol oprechtheid. Hij zegt tegen Salomo in I Koningen 9 vers 4: "Indien gij voor Mijn aangezicht zult wandelen zoals uw vader David heeft gewandeld met volkomenheid van hart en met oprechtheid om te doen naar al wat Ik u heb geboden, en indien gij Mijn inzettingen en Mijn rechten zult houden ..."
Hieruit blijkt dat David oprecht leefde. En God houdt dit voorbeeld van vader David aan Salomo voor, opdat ook hij zo zou leven. Daarom schrijft Salomo erover in Spreuken 20 vers 7.
Wanneer ouders zo zijn, zijn ze zelf gezegend, maar dat niet alleen. Ze zijn ook ten zegen voor anderen. In het bijzonder wel voor hun kinderen. Wanneer een vader God vreest, dus rechtvaardig is in Christus en eerlijk / oprecht leeft ..., dan ontvangen zijn kinderen daar nog een rijke zegen uit. Er staat zelfs dat zijn kinderen welgelukzalig zijn! En dat is niet weinig!
Wat een verantwoording voor ouders!
Zo zegt de HEERE het ook in Zijn heilige Wet, bij het tweede gebod: "Ik, de HEERE, uw God, ... doe barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden." Dit houdt dus in: wanneer ouders God liefhebben en Zijn geboden onderhouden, dat de HEERE dan barmhartigheid doet aan de kinderen. En dit geldt van geslacht tot geslacht: wanneer de kinderen ook God liefhebben en Zijn geboden onderhouden, dan zal de HEERE aan hún kinderen weer barmhartigheid bewijzen.
Het houdt wel in dat de opvoeding er ook naar moet zijn. Denk aan Abraham, de vaderen der gelovigen. God zegt in Genesis 18 vers 19 over hem: "... dat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zou bevelen en zij de weg des HEEREN zouden houden om gerechtigheid en gericht te doen, opdat de HEERE over Abraham brengt wat Hij over hem gesproken heeft."
Abraham heeft zijn huisgezin onderwezen, gecatechiseerd, zodat zij de weg des HEEREN zouden houden.
Wanneer wij, ouders en kinderen, in de gezinnen de weg des HEEREN leren houden, zal er een zegen op ons rusten. Dat mogen we met een beroep op Gods eigen Woord van Hem vragen.
Wie heeft lust de HEER' te vrezen,
't allerhoogst en eeuwig goed?
God zal Zelf zijn Leidsman wezen,
leren hoe hij wand'len moet.
't Goed dat nimmermeer vergaat,
Zal hij ongestoord verwerven
en zijn God-geheiligd zaad
zal 't gezegend aard'rijk erven.
God zegene onze kinderen door middel van onze godzalige levenswandel!