Spreuken 30:2 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
Voorwaar, ik ben onvernuftiger dan iemand;
en ik heb geen mensenverstand.
Spreuken 30 vers 2
Wat is dat nou toch voor vreemde opmerking? "Ik heb geen mensenverstand." Wie zegt nou zo iets?
Het is Agur, die in deze spreuk aan het woord is. Wie Agur is, weten we niet. Het kan een synoniem (een andere naam) zijn voor Salomo. Het kan ook een verder onbekende persoon zijn, die door dezelfde Geest van God gedreven de spreuken van hoofdstuk 30 heeft uitgesproken en opgeschreven.
Agur is nu niet bepaald een hoogmoedig mens geweest. Hij blaast niet hoog van de toren. Hij zegt niet: 'Luister naar míj, want ík weet het. Bij míj moet je wezen, want ík kan je wat leren.' Nee, hij zegt: "Ik ben onverstandiger dan iemand." Er is niemand zó onverstandig als ik. Namelijk: in geestelijke dingen.
Ben jij ook een beetje familie van Agur?
Voel jij je soms ook zo dom?
Je hebt ondertussen heel wat geleerd, als je geleerd hebt, dat je niets weet. De meeste mensen denken namelijk dat ze heel wat weten; maar dat is een vergissing! Het is zo: vanuit onszelf weten we NIETS over God. Zijn we te vergelijken met een domme ezel.
Zo staat in het boek Job (hoofdstuk 11 vers 12): de mens wordt geboren als het jong van een woudezel. En een vriend van Job zegt: ik ben van gisteren en ik weet niets. Hij bedoelt: in de dingen van God ben ik net zo onwetend als een pasgeboren baby.
Een baby van één dag oud, wat weet die nou van het leven? Als die al kon praten, kon die toch niets verstandigs zeggen. Aan zo'n baby hoefde je niet te vragen: hoe zal ik dit doen of dat oplossen?
Welnu, zó dom en onverstandig zijn wij ALLEMAAL in geestelijk opzicht.
Weet jij dit al?
Klaagt het je aan dat je zo weinig van de Bijbel weet?
Misschien ben je wel de meest intelligente leerling van de hele klas, maar ken jij God? Ben jij wijs? Ik schreef niet: ben jij eigenwijs?, want dat ben je wel. Maar ik vroeg: ben jij wijs? Dat is: bezit jij de vreze des HEEREN? Wat dat is de bron van ware wijsheid ...!
Wat nu? Als je dom bent, net zo dom als een heidense jongen, een heidens meisje ... Is daar een oplossing voor?
Ja, de Heere Jezus zegt in Mattheüs 11 vers 25 het volgende tot Zijn hemelse Vader: "Ik dank U, Vader, Heere van hemel en aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt ze aan de kinderen geopenbaard."
Wie zijn die kinderen? Het Griekse woord (nepios) betekent ook: dwaas, onervaren. Dus, wat zegt Jezus: Zijn hemelse Vader maakt de dingen van God en van de zaligheid bekend aan onwetenden en dwazen.
Kortom: je hoeft niets te weten om toch alles te kunnen leren. Ja, de Heere Jezus zegt zelfs: je moet juist zo'n kind, zo'n onervaren en onwetend kind zijn, wil je de dingen van God kunnen leren kennen! Want aan wijze en verstandige mensen maakt God de weg der zaligheid níet bekend. Wijze en verstandige mensen, wie zijn dat dan? Nou, die dénken dat ze een heleboel weten, zoals in Jezus' dagen de Farizeeën en de schriftgeleerden. Maar waren ze ook werkelijk wijs? Waren ze ook werkelijk verstandig in de dingen van God? Welnee!
Je zou het zo kunnen zeggen: Agur kreeg van God de genade om dom te worden. En als God jou gaat bekeren, geeft Hij ook jou eerst de genade om dom te worden. Ik bedoel: God geeft je de genade om in te zien dat je dom bent. Je wordt niet dom, want je was al dom. Maar je meende wijs te zijn en nu word je gewaar dat je je altijd hebt vergist. Je was in werkelijk dom in de dingen van je ziel en van God en van de Heere Jezus. En nu zie je dat in.
Dan ga je instemmen met de WIJZE Agur: ik ben onvernuftiger dan iemand en ik heb geen mensenverstand.
Misschien denk je: maar wat bedoelt Agur dan met 'geen mensenverstand'? Dit: het verstand dat wij nu hebben, na de zondeval, is verduisterd door de zonde. En het is niet te vergelijken met het verstand dat we hadden vóór de zondeval. Vóór de zondeval hadden we verstand van God en Goddelijke zaken. Ná de zondeval zijn we in volslagen onwetendheid gedompeld. We weten hoogstens nog dat er een god is, maar Wíe Hij is, weten we niet en hóe Hij is, welk karakter Hij heeft, weten we ook niet. Ook, hoe we Hem kunnen leren kennen en dienen, weten we niet. We weten eigenlijk niets. Als nu het verstand van Adam van vóór de zondeval een mensenverstand kan heten, heeft Agur gelijk als hij zegt: ik heb nu geen mensenverstand meer.
Bid daarom: 'Geef mij verstand, met Goddelijk licht bestraald.'