Spreuken 15:30 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
"Het licht der ogen verblijdt het hart,
een goed gerucht maakt het gebeente vet."
Spreuken 15 vers 30
Ogen en oren moeten we goed gebruiken. Ze zijn kostbare gaven van onze Schepper. Hij leende ze aan ons om er voorzichtig mee om te gaan. Laat ons doen, zoals Job!
Job zegt: "Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen." Daarom zag hij niet naar het zondige; in het bijzonder op sexueel terrein.
Wij hebben onze ogen niet gekregen om te zondigen. Maar om ons hart te verblijden. Zo hebben we ook onze oren niet gekregen om te zondigen. Maar om ons hart te verblijden, ons gebeente vet te maken.
Eerst maar die wat vreemde uitdrukking: `ons gebeente vet te maken.' Met het gebeente is onze innerlijke mens bedoeld. En met vet maken is bedoeld, dat we verkwikt of bemoedigd worden.
Zo gaat het met een goed gerucht. Denk aan die moeder, die haar zoon mist - hij is gevangen naar Duitsland gevoerd met een razzia in de Tweede wereldoorlog - en lang heeft ze geen taal noch teken van hem gehoord. Maar onverwachts komt er een goed gerucht. Iemand zegt, dat hij haar zoon heeft gezien; hij was wel mager en moe, maar zag er toch gezond uit ... O, het hart, de innerlijke mens, van deze treurende moeder wordt helemaal blij en verheugd doet ze haar werk. Wie weet, komt hij spoedig thuis ...!
Wat betreft het licht van / voor de ogen, bedoelt Salomo óf dat jouw ogen het licht zien óf, dat lichtende, vriendelijke ogen naar jou zien.
In het eerste geval moet je eens denken aan de blinde Bartimeüs. Toen hij voor het eerst het licht van de zon zag, heeft zijn hart zich onvoorstelbaar innig verblijd! Denk je niet?
En voor het tweede geval kun je ook denken aan dezelfde Bartimeüs. Toen hij voor het eerst mocht kijken, wat zag hij toen? Vooral wel ... de vriendelijke / lichtende ogen van zijn Weldoener en Genezer, Jezus Christus! Wat zal dit zijn hart bovenmate zeer verheugd hebben, denk je niet?
Waarom kreeg jij ogen? Hoe ben je van plan ze dit nieuwbegonnen jaar te gebruiken? En voor je oren gelden dezelfde vragen.
Wij behoren elke dag de Heere te bedanken voor die grote gave van onze ogen en onze oren. Misschien zijn er in jouw familie of kennissenkring wel doven of blinden. Wanneer je er in je nabije leefwereld mee te maken hebt gekregen, kun je je enigszins voorstellen, hoe erg het is om doof of blind te zijn; en dus ook, hoe ontzaglijk dankbaar we mogen zijn, wanneer we kunnen zien en horen.
Maar laat ons deze kostbare gaven niet verkwanselen, niet misbruiken. Laat ons onze goede Gever er niet mee beledigen, door te kijken en te luisteren naar het zondige.
Ons oog is een onvoorstelbaar, verbazingwekkend knap kunstwerk. Ons oor net zo. Wat een schandalige behandeling doen wij God dan aan, wanneer we deze buitengewone juweeltjes van onze Schepper gebruiken tegen Zijn bedoeling!
Waar kun jij in 1997 je ogen beter voor gebruiken, dan om te lezen tot eeuwig welzijn van je ziel?
En waar kun jij in 1997 je oren beter voor gebruiken, dan om te horen tot eeuwig welzijn van je ziel?
Als je uit de mond van Gods knecht mag horen, dat al je zonden vergeven zijn, wanneer je je op Christus verlaat ...; is dat niet een goed gerucht, waardoor je beenderen vet worden, je inwendige mens vertroost wordt? En als je in Gods Eigen dierbaar Woord mag lezen, dat er nu geen verdoemenis is voor allen, die op Christus hun vertrouwen stellen en die niet leven volgens de voorschriften en wensen van het vlees, maar volgens de invloeden van de Heilige Geest ...; is dat niet een zicht, waardoor je hart verblijd wordt?
God geve, dat de zaligheid jouw deel wordt door middel van je (ogen en) oren (Romeinen 10 vers 17).