Bishop J.C Ryle zegt over Lukas 22:39-42
Auteur: ds. W. Pieters
“En uitgaande vertrok Hij, gelijk Hij gewoon was, naar de Olijfberg; en Hem volgden ook Zijn discipelen
En Hij scheidde Zich van hen af omtrent een steenworp en knielde neder en bad.”
De verzen voor ons bevatten Lucas' weergave van het lijden van onze Heere in de hof. Het is een Schriftgedeelte, dat we altijd met bijzondere eerbied dienen te naderen. De geschiedenis, die hierin beschreven wordt, bevat `diepten Gods'. Terwijl we het lezen, moeten de woorden uit Exodus 3 vers 5 ons voor de aandacht komen: “Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilig land.”
We zien in de eerste plaats een voorbeeld van wat gelovigen horen te doen in een tijd van moeite. Het grote Hoofd der Kerk Zelf geeft hier het voorbeeld. Ons wordt verteld, dat, toen Hij in de nacht voor Zijn kruisiging bij de Olijfberg kwam, Hij nederknielde en bad.
Ø Gebed is het middel, dat Jacob gebruikte, toen hij voor zijn broeder Ezau bang was.
Ø Gebed is het middel, dat Job gebruikte, toen zijn bezit en zijn kinderen plotseling van hem werden afgenomen.
Ø Gebed is het middel, dat Hiskia gebruikte, toen de bedreigende brief van Sanherib kwam.
Ø Gebed is het middel, waarvoor de Zoon van God Zelf Zich niet schaamde het te gebruiken in de dagen van Zijn vlees. In de ure van Zijn verborgen angst bad Hij.
Laat ons ervoor zorgen, dat we het geneesmiddel van onze Meester gebruiken, wanneer we troost behoeven in verdrukking. Welke andere middelen van verlichting we ook gebruiken, laat ons bidden.
De eerste Vriend, tot Wie we ons wenden, behoort God te zijn. De eerste boodschap, die we zenden, behoort tot de Troon der genade te zijn. Geen neerslachtigheid van geest mag ons tegenhouden. Geen verpletterend gewicht van zorgen mag ons doen zwijgen. Het is satans doel ons te beletten, dat we zouden spreken tot God. We kunnen toch zeggen: “Ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg!”
Lucas 22 vers 42
"Vader, of Gij deze drinkbeker van Mij wilde wegnemen; doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede."
Wij zien in dit vers wat voor soort gebeden een gelovige behoort te bidden tot God in een tijd van moeite. De Heere Jezus Zelf verschaft Zijn volk een voorbeeld. Ons wordt verteld, dat Hij zei: `Vader, indien Gij wilt, neem deze drinkbeker van Mij, niettemin, niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.' Wij moeten bedenken, dat Hij, Die deze woorden sprak, twee onderscheiden naturen had in één Persoon. Hij had zowel een menselijke wil, als een Goddelijke. Wanneer Hij zei: `niet Mijn wil geschiede', bedoelde Hij die wil, die Hij had als mens met een lichaam, vlees en bloed, zoals het onze.
De taal, door onze Meester in deze plaats gebruikt, toont ons precies, wat de strekking van het gebed van een gelovige hoort te zijn in alle ellende. Zoals Jezus, dient hij zijn verlangens openlijk aan zijn hemelse Vader te vertellen en zijn wensen zonder terughoudendheid voor Hem uit te spreiden. Maar net zoals Jezus, behoort hij dit te doen met algehele onderworpenheid van zijn wil aan de wil van God. Hij behoort nooit te vergeten, dat er wijze en goede redenen kunnen zijn voor zijn verdrukking. Hij behoort zorgvuldig elke smeking om wegneming van zijn kruis te voorzien van het voorbehoud: `Indien Gij het wilt.' Hij behoort alles samen te vatten in de onderworpen belijdenis: `Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede.'
Onderworpenheid van wil, zoals hier, is één van de schoonste genaden, die het Christelijke karakter kan versieren. Het is een genade, waarop een kind van God zich in alles behoort te richten, als hij begeert gelijk te zijn aan Christus. Maar nooit is zulk een onderworpenheid zo nodig, als in de dag van verdriet. En in geen enkel ding schijnt ze zo schoon als in het gebed van een gelovige om verzachting van leed.
Hij, die van harte kan zeggen, wanneer een bittere drinkbeker voor hem staat: `Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede', heeft een hoge plaats bereikt in de school van God.