Psalm 126 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Psalm 126 is – vermoed ik – wat bekender: over die boer die met tranen graan zaait en die later met gejuich aren maait.
Waarom weent hij bij het zaaien? De statenvertalers leggen het zo uit:
De betekenis is: het gaat ons als arme landlieden die wat duur gekocht zaad hebben, dat zij hard nodig hebben, en die dat, zeer tegen hun zin, in de akker strooien. Maar wanneer de oogsttijd komt, zijn zij heel blij, omdat zij Gods rijke zegen zien.
Dit betekent: een boer koopt wat graan. Hij heeft het hard nodig om zijn gezin te voeden, en toch neemt hij van dat duur gekochte graan en strooit het in de akker. Moet je indenken dat je daar bij staat, terwijl je honger lijdt, en terwijl je nog nooit hebt gehoord of gezien dat zaaizaad vrucht oplevert! Wat denk je dan? Dit is weggooien van levensnoodzakelijk voedsel …!
Maar de boer weet beter: zonder te zaaien groeit er helemaal geen oogst, komt iedereen om van de honger.
In het Koninkrijk van God is het niet anders: de weg van God met een jongen of meisje naar het dragen van geestelijke vruchten loopt langs het sterven in de akker. Lees maar wat Jezus erover zegt in Johannes 12 vers 24. Daar heeft Hij het in de eerste plaats over Zichzelf, maar ook over al Zijn volgelingen: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: als het tarwegraan niet in de aarde valt en sterft, blijft het alleen. Maar als het sterft, brengt het veel vrucht voort.”
Hoe gebeurt dit in het geloofsleven? Dat je geloof wordt geoefend door moeiten, tegenslagen, kruis, dood, aanvechting. Om het met Paulus te zeggen in 2 Korinthiërs 1 vers 9: “Wij hadden al zelf in onszelf het vonnis des doods.” En het doel? “Dat wij niet op onszelf zouden vertrouwen, maar op God, Die de doden opwekt.” Het ‘gestorven’ graan wordt door Gods kracht levend. Jij ziet de dood voor ogen en je kunt niets dan ondergang en verderf verwachten. Maar dan en zó schenkt God jou, vrucht te mogen dragen voor Hem – waar intense vreugde over is bij de engelen in de hemel.
Wie onder ’t zaaien tranen schreit,
Zal juichend maaien op Gods tijd.
Hij draagt het zaad met zorg, en gaat
Al wenend voort, om al het kwaad.
Maar hij zal zeker wederkomen
En schoven worden opgenomen:
God heeft de opbrengst al bepaald,
De oogst wordt juichend ingehaald.
Een kernvers is:
Die met tranen zaaien,
zullen met gejuich maaien.
Meer over psalm 126
Psalm 126 zingen
Psalm 126 onberijmd
Samenzang psalm 126
Tekst en beeld psalm 126