Spreuken 29:6 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
“In de overtreding van een boze man is een strik,
maar de rechtvaardige juicht en is blij.”
Spreuken 29 vers 6
Steeds zien we de tegenstelling `boos' en `goed', `goddeloos' en `rechtvaardig'. Wat leert dit ons? Dat er uiteindelijk maar twee soorten mensen zijn. Wij delen mensen in meer dan twee soorten in, maar dat zijn slechts onderverdelingen. De hoofdverdeling is: iemand hoort bij de goddelozen en slechten, of bij de rechtvaardigen en goeden.
De vraag komt dan ook heel persoonlijk op ons af: waar hoor ik bij?
Nu schrijft koning Salomo over de boze man. En in het bijzonder schrijft hij over de overtreding van die boze man. En hij zegt van die overtreding, dat daar een strik in is, een valstrik.
Voor wie? Voor hemzelf en voor zijn naasten.
Eerst maar voor de naaste: Wanneer een werelds mens allerlei zonden doet, zit daar een strik in voor anderen die dat zien. Zien zondigen doet zondigen. Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat een jongen of meisje tot zondige dingen komt door het slechte voorbeeld van anderen? Slechte vrienden brengen je op het verkeerde pad! Hun slechtheid is een strik om jou te vangen. Voor je het weet, doe je mee, word je beïnvloed.
Maar let op: deze strik is verborgen, net als bij een strik van een stroper. Een stroper zet zijn strikken en klemmen zó, dat het haasje (of welk ander wild ook maar) ze niet opmerkt en er ongemerkt in vastraakt. Dat is met de strik van het verkeerde voorbeeld ook: je raakt er ongemerkt in verstrikt en je zit er ongemerkt in vast. Zo vast, dat je niet meer los kunt komen.
Ik herinner me nog heel goed hoe ik zelf als jongen van ongeveer 12 jaar door een `vriendje' werd geconfronteerd met pornografische lectuur en foto's. Wat heeft het mijn ziel ontzettend beschadigd! Wat is het jaren lang een strik voor mij geweest! Wat heb ik er ontzettend in vast gezeten!
De overtreding van een slechte jongen, een slecht meisje, is een strik voor jou. Of ben jij een strik voor je vrienden en vriendinnen? Ga jij ze voor in het slechte voorbeeld en lok jij ze mee?
Maar die strik is ook voor de boze man zelf. Wanneer je overtreedt, dat is: wanneer je aan een zekere zonde toegeeft, gaat het van kwaad tot erger. Meestal heel langzaam, heel ongemerkt, maar het gaat wel verder. Je went aan je zonde, je raakt eraan verslaafd, je kunt er niet meer buiten en steeds verder raakt je geweten verhard.
Ik denk aan een voorbeeld dat ik pas hoorde. Een jongen deed mee aan gokken. Eerst natuurlijk maar een paar gulden, één keer. Toen nog 's één keer, een paar gulden meer.
En weet je wat de strik was, waarin die jongen ongemerkt vast raakte? Dat hij soms een paar gulden won ...!
En dat winnen van die paar gulden ─ al had hij er inmiddels al meer verloren dan gewonnen ─ gaf de `kick'. Het greep hem, het boeide hem. Hij maakte geldschulden, hij leende bij de bank, hij raakte tot over zijn oren in de ellende, hij verspeelde zijn werk (ontslag moest vanwege zijn wangedrag wel volgen), hij kon de huur niet meer opbrengen en kwam op straat te staan.
In de overtreding ─ die zogenaamd zo onschuldig was: één keertje maar een paar gulden, voor spèl! ─ was een strik. En hij raakte ongemerkt verstrikt. En hij werd dakloos, werkloos en kwam in het onderwereldcircuit terecht.
En wat denk je: heeft die jongen dit voorzien, toen hij een gokje waagde? Absoluut niet. Toen verklaarde hij iedereen voor gek, die met gokken niet kon ophouden ... Zelfs toen hij al diep in de problemen zat en zich had aangemeld voor therapie om van zijn verslaving af te komen, dacht hij nog: ik kom er heus wel uit! Verstandelijk / rationeel zag hij in, dat hij dwaas deed en dat gokautomaten altijd winst opleveren voor de maker of beheerder. Welke beheerder is anders zo dwaas om een gokautomaat in zijn café of kantine te willen hebben?
Hij zag het in, hij schold zichzelf uit voor een dwaas en verwenste zijn verslaving. ... Maar? ... Hij zat vast in de strik! Hij kon er niet meer uit. En erger nog: hij wilde er op een zeker moment ook niet meer uit. En nu is hij geruïneerd! Alles verspeeld, alleen maar ellende, ondergang. Wat nu geldt van gokverslaving en drugsverslaving of alcoholverslaving, geldt in zekere zin voor alle zonden.
Ik weet het uit mijn eigen leven. Eén keertje gaf ik toe aan een zekere overtreding en ongemerkt zat ik in de strik. En hoe kon ik er ooit weer uit komen? Ik worstelde en wrong mij in duizend bochten ...
Vorige keer eindigde ik de meditatie over het eerste deel van deze tekst over de strik die in elke zonde is verborgen met de volgende woorden: `Ik weet het uit mijn eigen leven. Eén keertje gaf ik toe aan een zekere overtreding en ongemerkt zat ik in de strik. En hoe kon ik er ooit weer uit komen? Ik worstelde en wrong mij in duizend bochten ...'
Ik kon er niet uitkomen en ik heb er mij dan ook niet uit gered. Maar het tweede deel van de tekst `de rechtvaardige juicht en is blij' is toch waar geworden. Hoe dan? Doordat God mij heeft verlost.
Het is Zijn werk alleen. Niemand kan een verslaafde verlossen, dan God. Of je aan gokken, sex of drugs verslaafd bent ─ of aan een andere zonde ─, niemand kan je bevrijden dan God alleen. En wat is het een wonder dat God het niet slechts kan, maar dat Hij ook gewillig is om allen te verlossen die tot Hem vluchten mèt hun zondelast en hun zonden-strikken.
En als dat gebeurt ─ je begrijpt het wel, hè? ─ dan juich je en ben je blij.
O, ik weet nog de vreugde van die Goddelijke bevrijding. Ik herinner me nog het juichen dat in mijn hart mocht leven en de blijdschap die Hij mij schonk! Niets op aarde, hoe heerlijk en blij ook, is hiermee te vergelijken.
Is het altijd juichen gebleven? Is er nooit meer iets anders geweest dan blij zijn? Nee, er zijn dagen gekomen ─ en die dagen werden ook weken en zelfs maanden ─ dat er weinig gejuich meer in mijn hart leefde en dat ik amper meer wist wat die Geestes-blijdschap was. Maar dat was niet Gods schuld!
Dat was eigen schuld! Waar zonde en ongerechtigheid, luiheid, nonchalance worden toegelaten ... en waar de ijver ontbreekt om je stijf vast te houden aan het Woord of om dagelijks te studeren in het Boek van Gods gedachten (de Bijbel) ... daar komt kilheid, donkerte, leegte, twijfel, liefdeloosheid.
Toch staat er: maar de rechtvaardige juicht en is blij. Waarom dan? Omdat God rijke beloften voor de rechtvaardigen in de Bijbel heeft staan en omdat Hij die beloften ook getrouw vervult. Welke beloften? `Gij, HEERE, zult de rechtvaardige zegenen; Gij zult hem met goedgunstigheid kronen.'
`God is bij het geslacht van de rechtvaardige.'
`De ogen des HEEREN zijn op de rechtvaardigen en Zijn oren tot hun geroep.'
`Vele zijn de tegenspoeden van de rechtvaardige; maar uit die alle redt de HEERE hem.'
`De HEERE ondersteunt de rechtvaardigen.'
`De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten en in eeuwigheid daarop wonen.'
`Het heil der rechtvaardigen is van de HEERE; hun Sterkte ten tijde van benauwdheid.'
`Werp uw zorg op de HEERE en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten, dat de rechtvaardige wankelt.'
`Het licht is voor de rechtvaardige gezaaid en vrolijkheid voor de oprechten van hart.'
`Gewis, de rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen voor Uw aangezicht blijven.'
`De HEERE heeft de rechtvaardigen lief.'
Kostelijke beloften! En de Heere HEERE staat met Zijn Wezen en al Zijn Deugden ervoor garant dat niet één van deze beloften onvervuld zal blijven! Hij heeft al Zijn beloften in Christus JA en AMEN gemaakt en, o, daarom mogen en kunnen en durven de rechtvaardigen juichen en blij zijn. Ondanks alles! Ondanks dat ze mens zijn, zondaar zijn, steeds weer moeten treuren over hun zonden en het moeten klagen, dat ze door eigen schuld in het donker lopen.
Maar ben jij zo'n rechtvaardige? Want daar gaat het maar om, is 't niet? Heerlijke beloften, maar alleen voor rechtvaardigen ... Wie is nu rechtvaardig? Die als een goddeloze onder Gods verdoemend recht leerde buigen, Hem leerde aanbidden in Zijn vonnis en door genade de toevlucht begeert en leert nemen (zie volgende bladzijde) tot het Lam, Dé RECHTVAARDIGE, Jezus Christus. Schuil je bij Hem? Dan noemt / rekent God je rechtvaardig, al ben je het in jezelf nooit. Dan gelden al deze beloften voor jou. Dan mag je juichen en blij zijn, al de dagen van je leven!