Wat de bijbel zegt over de jeugd (1)
Auteur: ds. W. Pieters
De jeugd is een heel mooie tijd. Ook de Bijbel houdt dit ons voor. Lees maar Prediker 11 vers 9. Daar schrijft Salomo: "Verblijd u, o jongeling, in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen van uw jongelingschap, en wandel in de wegen van uw hart en in de aanschouwingen van uw ogen." De jeugd is tijd van de blijdschap. Vaak is het de tijd van onbezorgd zijn. En Salomo heeft daar begrip voor en zegt: schep vreugde in 't leven! Het klinkt alsof hij zegt 'Carpe diem': pluk de dag. Toch is het niet zonder meer. Hij heeft namelijk in het vers dat ik hierboven aanhaal, nóg wat geschreven. Het vers is nog niet af. Er volgt: "... maar weet dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht."
En dan volgt er een wijze raad in het 10de vers: "Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd en de jonkheid is ijdelheid." En in het volgende vers schrijft hij wat je het beste kunt doen in je jonge jaren: "En gedenk aan uw Schepper in de dagen van uw jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, waarvan gij zeggen zult: ik heb geen lust erin."
De jeugd is de beste tijd om God te vrezen. Vraag het maar aan Obadja, de hofmeester van koning Achab. Hij zegt tegen Elia: "ik, uw knecht, nu vrees de HEERE van mijn jonkheid af."
De jeugd is de tijd, waarin je het meest ontvankelijk bent voor de dingen die op je af komen. Of dat nu mooi of lelijk is, verdrietig of blij. In je jonge jaren ben je nog niet afgestompt. Je bent nog niet gewend aan de dingen om je heen. Je ontvangt dan ook in je jonge jaren de meeste indrukken. Dat weet de duivel ook. Hij weet dat jij in je jonge jaren het meest open staat voor de dingen van de Bijbel, van God. En daarom zal hij speciaal de jeugdjaren proberen in beslag te nemen. Want de duivel weet: als ik de jeugdjaren heb, is het waarschijnlijk dat ik heel het leven heb. Als iemand mij dient in zijn jeugd, is het waarschijnlijk dat hij mij dient tot aan zijn dood. De jeugd is voor het rijk van de duivel de gevaarlijkste tijd. Want dan heeft hij de meeste kans om zijn prooi kwijt te raken. Is iemand door zijn jonge jaren heen en nog steeds in satans dienst, dan hoeft hij niet zo heel bang meer te zijn om deze prooi te verliezen. Dan ben je immers aan de dingen van God al zo gewend, dat de ernstigste preken je onberoerd laten; en dat het innigste Evangelie je koud laat. De Bijbel zegt over de jeugd nog meer. Lees maar in Genesis 8 vers 21, waar de HEERE zegt: "... het gedichtsel van `s mensen hart is boos van zijn jeugd aan." Dit betekent dat wij een heel gevaarlijke start maken. We beginnen niet met een positief saldo, maar negatief. We beginnen in deze grote wereld niet rond te kijken met een goede neiging, maar met een slechte; niet met een houding die iets goeds belooft, maar met een houding die alleen onheil voorspelt. Dit is dan ook één van de redenen dat de Doop voor een kind niet zinloos is. De afwassing van de zonde heb je nodig, al ben je nog maar een kind. Je jeugdjaren zijn niet blanco. Maar je komt besmet ter wereld. En er is geen oplossing. Net als een kind dat in de moederschoot met AIDS besmet raakte. Daar is geen oplossing voor ... Zo is het best heel negatief, wat God over jou en mij laat opschrijven in Genesis 8. Daarom is het heel hard nodig dat jij leert doen, wat David deed, zie Psalm 71 vers 5: "Gij zijt mijn Verwachting, Heere, HEERE; mijn Vertrouwen van mijn jeugd aan." Kijk, dan blijft de feitelijke toestand wel waar, zoals Genesis 8 die beschrijft. Maar dan is er TOCH een oplossing voor. Nee, niet vanuit ons, maar vanuit de Heere. Bij Hem te schuilen. Matthew Henry schrijft daarover: 'De gedachte aan de genaderijke zorg, die Gods voorzienigheid over ons gehad heeft bij onze geboorte en gedurende onze jeugd, moet ons aansporen tot vroege godsvrucht en een gestadige toewijding aan Zijn eer. Hij, die onze Hulp is geweest van onze geboorte aan, moet van onze jeugd aan onze Hoop wezen. Als wij zoveel genade van God ontvangen hebben, voordat wij in staat waren Hem dienst te bewijzen, dan moeten wij geen tijd daartoe laten verloren gaan als wij er wel toe in staat zijn.' Wat ben je gelukkig als je de Heere niet langer hoeft te wantrouwen! Als je vanaf je jonge jaren de Heere Jezus liefhebt. Dit is het beste deel. Een heel ander iets is wat Jeremia schrijft over de jeugd in Klaagliederen 3 vers 27: "Het is goed voor een man dat hij het juk in zijn jeugd draagt." Dat betekent: als je jong al leert een juk te dragen, is het niet zo zwaar of zo moeilijk wanneer je ouder bent, of bejaard. De jeugd is de tijd van de lasten. Draag ze in je jonge jaren. Dan heb je het later gemakkelijker. Er zit nog een ander doel aan, volgens onze statenvertalers: '... opdat zijn boze en verdorven natuur getoomd en getemd wordt.' Werp het juk van God niet af, maar buig eronder. Het kan heel, heel nuttig zijn. Je zult er later alleen maar gemak van hebben.