Spreuken 1:17 - de jeugdbijbel in de Bijbel
Auteur: ds. W. Pieters
''Die blijdschap liefheeft,
die zal gebrek lijden;
die wijn en olie liefheeft,
zal niet rijk worden.”
Spreuken 1 vers 17
“Mag dat dan óók al niet?”, zo hoor je vaak vragen. Dat hoort een Moeder of een Vader best wel heel wat keren, wanneer iets verboden wordt.
Ik denk dat de spreuk van dit keer dezelfde vraag uitlokt: `Mag dat dan óók al niet?' `En waarom mag dat dan niet?' Blijdschap liefhebben..., wat is daar nu op tegen? Moet je soms van droefheid, naargeestigheid, ellende houden?
Nee, dat hoeft niet. Je mag best houden van blijdschap. Toch zegt Salomo dat het verkeerd is. En zijn eigen leven is er een duidelijk bewijs van. Hij hield veel te veel van blijdschap, vrolijkheid, amusement. En dat bracht hem in de ellende. Hij ging gebrek lijden. Nee, zijn geld hield hij wel, rijk bleef hij wel, honger leed hij niet... Maar zijn ziel begon gebrek te lijden. Hij had zoveel tijd nodig voor de blijde en leuke dingen van het leven, dat hij aan bidden, lezen en overdenken van Gods Woord bijna niet meer toekwam. `Nou, dat moet dan morgen maar wat meer...', zo heeft hij in het begin ook gedacht. Maar ja, `morgen' is natuurlijk een uitvinding van de duivel!
En langzamerhand verslapte het gebedsleven, ongemerkt had hij God minder en minder nodig. De liefde werd koel, kil. De nabijheid van God werd niet meer begeerd, niet meer gezocht en zelfs niet meer op prijs gesteld.
Herken je dit een beetje?
Salomo waarschuwt ervoor en zal vast wel niet gedacht hebben, dat hij zelf nog voor de bijl zou gaan, juist op dit punt.
Wie geen maat weet te houden, wie niet op tijd `nee' kan zeggen tegen genot. Wie uiteindelijk werkt voor geld en leeft voor plezier, die zal het na verloop van tijd zeker merken, dat het er van binnen niet beter op is geworden. Het leven is geen feest, maar ernst. En als jij de ernst aan de kant schuift, vraag je erom, dat je gebrek zult overhouden.
Een eeuwig gebrek aan echte blijdschap...
Denk je er eerlijk over na?
Is dat jouw wens?
Nee, de bedoeling is echt niet, dat je een somber leven leidt, maar dat je nuchter overweegt, wat nu het belangrijkste is. Als Mozes van blijdschap had gehouden, had hij gekozen voor zijn pracht-positie aan het hof van Farao. Dan had hij voor een tijd de genieting/blijdschap der zonde gehad... En daarna?
Maar Mozes zag verder en overwoog, dat al de schatten van Egypte uiteindelijk leeg lieten en zijn ziel niet konden vervullen en daarom veracht hij al die dingen, waar de wereld (ook onder de lezers van De Catechisant...) van zegt `Dàt lijkt me nou mooi': kroonprins, rijk, onbezorgd; die Mozes heeft zijn schaapjes op het droge en hij heeft een onbezorgde toekomst.
Maar wat doet die man: daar kiest hij voor het onderdrukte slavenvolk der Joden, de smaadheid van Christus...
Kun jij dat begrijpen?
Wie wijn en olie, luxe-artikelen van die tijd, liefheeft, zegt Salomo verder, zal niet rijk worden. Hij bedoelt: overdaad schaadt, teveel ervan is nooit goed. Doe gewoon, leef sober en geniet van het dagelijkse en eenvoudige leven; wees tevreden met wat je hebt. Een arbeider in een eenvoudig ingerichte woning is immers net zo gelukkig als een directeur in al zijn overdaad!
Waar gaat je hart naar uit? Gooi jij je geld over de balk? Moet jij ook hebben, wat die ander heeft? Of blijft er ook wel eens iets over voor de zending?
Paulus is in het Nieuwe Testament een levende illustratie van deze tekst. Hij neemt met heel weinig genoegen en is tevreden met wat hij heeft. Krijgt hij eens veel, dan verkwist hij het niet, maar besteedt het goed; lijdt hij op andere tijden gebrek, dan moppert hij niet, maar draagt het geduldig en blijmoedig. Zo is de apostel een volgeling van de Rabbi uit Nazareth, Die zei:
“De vossen hebben holen
en de vogelen des hemels nesten,
maar de Zoon des mensen heeft niets,
waarop Hij het hoofd neer kan leggen.”
Ben jij ook een christen? Een volgeling van deze Rabbi? Veracht jij al de schatten van deze wereld? kun je eerlijk afstand doen van alles wat je hebt? Ben je tevreden met hetgeen God je geeft en hoef je niet per sé altijd maar meer te hebben?
Het is je van harte toe te wensen, dat je een andere Blijdschap liefhebt, waardoor je geen gebrek zult lijden...! Dat je de geestelijke en Goddelijke Blijdschap mag ervaren...!