Bishop J.C Ryle zegt over Mattheüs 11:28-30
Auteur: ds. W. Pieters
"Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven;
neemt Mijn juk op u en leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen;
want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht."
Laat ons van dit gedeelte leren de ruimte en volheid van de uitnodigingen van het Evangelie van Christus.
Deze drie verzen zijn werkelijk kostbaar. Zij komen de bevende zondaar, die vraagt: `Wil Christus de liefde van Zijn Vader aan zo'n mens als ik ben, openbaren?' tegemoet met de meest genadige bemoediging. Deze verzen zijn onze bijzondere aandacht waard. Gedurende eeuwen zijn ze een zegen geweest voor de wereld en hebben aan ontelbaar veel zielen goed gedaan. Er is geen zin die niet een goudmijn van gedachten bevat.
We moeten eens opletten, wie Christus uitnodigt. Hij richt Zich niet tot hen die zich rechtvaardig en waardig voelen; Hij richt Zich tot hen `die vermoeid zijn en zwaar beladen'. Het is een ruime omschrijving; het omvat menigten in deze vermoeide wereld:
- allen die een last op hun hart gevoelen, waarvan zij graag bevrijd zouden worden;
een last van zonde
een last van droefheid
een last van zorg
een last van berouw
- allen wie ze ook maar mogen zijn, en hoe hun verleden ook maar is,
- al zulke mensen zijn uitgenodigd om tot Christus te komen.
We moeten eens opletten, welk een genadig aanbod Jezus maakt: `Ik zal u rust geven; gij zult rust vinden voor uw zielen.' Hoe bemoedigend en troostrijk zijn deze woorden! Onrust is één van de karaktertrekken der wereld: haast, kwelling, gemis, teleurstelling staren ons van alle kanten in het gezicht. Maar er is hoop: er is een Ark van toevlucht voor de vermoeide, zo waar als ze er was voor de duif van Noach.
Er is rust in Christus,
rust voor het geweten en
rust voor het hart,
rust die gebouwd is op de vergeving van alle zonden,
rust die vloeit uit de vrede met God.
We moeten eens opletten, welk een eenvoudig verzoek Jezus tot de vermoeiden en zwaarbeladen zielen richt: `Komt herwaarts tot Mij; neemt Mijn juk op u, leert van Mij.' Hij plaatst geen harde voorwaarden tussenbeide; Hij spreekt niets over een werk dat eerst gedaan moet worden en over verdiensten voor Zijn gaven om die tot stand te brengen. Hij vraagt ons alleen maar tot Hem te komen, precies zoals we zijn, met al onze zonden en om ons als kleine kinderen te onderwerpen aan Zijn onderwijzing. Het is net alsof Hij zegt: `Ga niet naar mensen om verlichting. Wacht niet tot er van een andere kant hulp komt. Juist zoals je bent, juist op deze dag, kom tot Mij.'
We moeten eens opletten, welk een bemoedigende verklaring Jezus van Zich Zelf geeft. Hij zegt: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Hoe waar dit is, hebben alle heiligen van God vaak ondervonden. Maria en Martha in Bethanië, Petrus na zijn val, de discipelen na de opstanding, Thomas na zijn koude ongeloof; allen hebben de `zachtmoedigheid en vriendelijkheid van Christus' geproefd.
En nu komt de plechtige vraag: `Hebben wij deze uitnodiging ook voor onszelf aanvaard? Of hebben wij
geen zonden die vergeven moeten worden,
geen smart die weggenomen moet worden,
geen wonden in ons geweten die geheeld moeten worden?
O, dat we nooit tevreden zouden zijn, voordat we weten en gevoelen dat we in geloof tot Christus zijn gekomen om rust!
De ware wijsheid krijgt men niet
door mensen of door boeken;
maar moet men - waar geen mens ons ziet -
aan 's Heilands voeten zoeken.
Lucas 10 vers 38─42