Bishop J.C Ryle zegt over Johannes 11:1 en 3
Auteur: ds. W. Pieters
BISHOP J.C. RYLE ZEGT
over Johannes 11 vers 1
En er was een zekere man ziek, Lazarus, van Bethanië, uit het vlek van Maria en haar zuster Martha.
Nergens vinden we zulke overtuigende bewijzen van de Goddelijke kracht van de Heere Jezus als in dit hoofdstuk. Als God kan Hij zelfs bevelen dat het graf zijn doden teruggeeft. Nergens anders vinden wij er zo'n treffend voorbeeld van dat de Heere Jezus medelijden had met Zijn volk. Als mens kan Hij ontroerd zijn met het gevoel voor onze zwakheden. Zo'n wonder paste goed bij het doel van Zijn bediening.
Dit vers laat ons zien dat ware christenen net zo goed ziek kunnen worden als anderen. Wij lezen van Jezus dat Hij Lazarus van Bethanië lief had. Hij was de broer van twee bekende, heilige vrouwen. Toch werd Lazarus ziek, dodelijk ziek zelfs! Ongetwijfeld had de Heere Jezus, Die macht had over alle ziekten, deze ziekte kunnen voorkomen als Hij dat had gewild. Maar dat deed Hij niet. Hij stond toe dat Lazarus ziek werd, pijn leed en afmatte als elk ander mens.
De les die we hieruit kunnen leren, mag wel in ons geheugen gegrift blijven. Want omdat we leven in een wereld die vol is van ziekte en dood, kunnen we het zeker een keer nodig hebben. Ziekte kan niet anders zijn dan een beproeving voor vlees en bloed. Ons lichaam is op vreemde wijze met onze ziel verbonden, zodat de dingen die het lichaam kwellen en verzwakken, ook de geest en de ziel niet onberoerd zullen laten. Maar laten we goed bedenken dat ziekte helemaal geen teken is dat God boos op ons is. Integendeel, meestal wordt zij ons gezonden voor het welzijn van onze zielen. Meestal trekt ze onze genegenheden weg van de wereld en richt ze ons hart op de dingen die boven zijn. Ziekte stuurt ons naar onze Bijbel en leert ons beter te bidden. Het helpt om ons geloof en geduld te beproeven en het toont de echte waarde van onze hoop in Christus. Het herinnert ons er tijdig aan dat we niet altijd zullen leven en het bereidt ons hart voor op de grote verandering. Laten we geloven dat de Heere Jezus ons niet minder liefheeft wanneer we ziek zijn, dan wanneer we gezond zijn.
BISHOP J.C. RYLE ZEGT
over Johannes 11 vers 3
"Zijn zusters dan zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, die Gij liefhebt, is ziek."
Jezus Christus is de beste Vriend van een Christen in moeilijke tijden. Toen Lazarus ziek was, stuurden zijn zusters meteen iemand naar Jezus om Hem de zaak voor te leggen. De boodschap die zij meegaven, was prachtig, ontroerend en eenvoudig. Zij vroegen niet of Hij maar ogenblikkelijk wilde komen, of dat Hij een wonder wilde doen en de ziekte zou bevelen te verdwijnen. Zij zeiden alleen: "Heere, zie, die Gij liefhebt, is ziek." Ze lieten de zaak zo; in het volle geloof dat Hij zou doen wat het beste was. Hier was sprake van het echte geloof en de ootmoed van de heiligen! Hier was een genadige onderwerping van hun wil!
Dienaren van Christus zullen er in elke tijd goed aan doen dit uitstekende voorbeeld te volgen. Natuurlijk moeten we ijverig alle middelen tot herstel aanwenden die er gegeven zijn als iemand die wij liefhebben, ziek wordt. Wij moeten geen moeite sparen om de beste medische verzorging te krijgen. Wij moeten de natuur op alle mogelijke manieren bijstaan om een goede strijd tegen haar vijand te strijden. Maar bij al onze pogingen moeten we nooit vergeten dat de beste, kundigste en verstandigste Helper in de hemel is, aan Gods rechterhand. Net als de geplaagde Job moeten wij eerst op onze knieën vallen en God aanbidden. Net als Hiskia moeten wij onze zaken voor de Heere neerleggen. Net als de heilige zusters in Bethanië moeten wij een gebed tot Christus opzenden.
Christus heeft alle ware Christenen lief. Er staat: "Jezus nu had Martha en haar zuster en Lazarus lief." De karakters van deze drie goede mensen schijnen wel wat verschillend te zijn geweest. Wij moeten anderen niet geringschatten omdat zij niet zijn zoals wij. De bloemen in een tuin kunnen heel verschillend zijn, maar de tuinman zorgt voor alle. Kinderen in een gezin kunnen soms merkwaardig genoeg totaal niet op elkaar lijken, en toch dragen de ouders voor hen allen zorg. Zo is het ook met de Kerk van Christus. Er zijn trappen in de genade en verschillen in genade. Maar de Heere Jezus houdt ook van de minste, de zwakste, de wankelmoedigste discipelen. Laat niemand een broeder durven verachten!