Bishop J.C Ryle zegt over Mattheüs 21:28-32
Auteur: ds. W. Pieters
"`Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en gaande tot de eerste, zei hij: `Zoon, ga heen, werk heden in mijn wijngaard.' Doch hij antwoordde en zeide: `Ik wil niet'; en daarna berouw hebbende, ging hij heen. En gaande tot de tweede, zei hij desgelijks, en deze antwoordde en zeide: `Ik ga, heer!' en hij ging niet. Wie van deze twee heeft de wil des vaders gedaan?' Zij zeiden tot Hem: `De eerste.' Jezus zeide tot hen: `Voorwaar, Ik zeg u, dat de tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk Gods. Want Johannes is tot u gekomen in de weg der gerechtigheid en gij hebt hem niet geloofd, maar de tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks ziende, hebt daarna geen berouw gehad, om hem te geloven.'"
Laat ons in deze verzen opmerken wat een onmetelijke bemoediging de Heere biedt aan hen die berouw hebben. Tot beide zonen wordt gezegd in de wijngaard van hun vader te gaan werken. De ene zoon - net als de losbandige tollenaren - weigerde eerst botweg te gehoorzamen. Maar daarna had hij berouw en ging toch. De andere - net als de beleefde farizeeërs - deed net alsof hij gewillig was om te gaan, maar uiteindelijk ging hij niet. `Wie van deze twee', zegt onze Heere, `deed de wil van zijn vader?' Zelfs Zijn vijanden waren verplicht te antwoorden: `De eerste.'
Laat het een vaststaand uitgangspunt zijn in ons Christendom dat de God en Vader van onze Heere Jezus Christus oneindig gewillig is om boetvaardige zondaren te ontvangen.
- Het doet er niet toe wat iemand in het verleden is geweest. Heeft hij berouw en komt hij tot Christus? Dan is het oude weggegaan en alle dingen zijn nieuw geworden. - Het doet er niet toe hoe trots en voldaan iemand over zijn godsdienst is. Breekt hij waarlijk met zijn zonden? Zo nee, dan is zijn godsdienst walgelijk in Gods oog en dan is hij zelf nog onder de vloek. - Laat ons dan moed grijpen, wanneer we tot hier toe grote zondaren zijn geweest. Alleen, laat ons berouw hebben en in Christus geloven, en er is hoop. Laat ons anderen bemoedigen om berouw te hebben en laat ons de deur wijd open houden voor de grootste der zondaren. Nooit zal dat woord teleurstellen: "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid."