Wat de bijbel zegt over kastijding (1)
Auteur: ds. W. Pieters
In Openbaringen 3 vers 19 lezen we de volgende woorden uit de mond van onze Heere Jezus Christus: “Zo wie Ik liefheb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig en bekeer u.”
Daarover gaat het in deze twee nummers. Wat betekent kastijding? Twee dingen: opvoeding en tuchtiging. Het Griekse woord is `paideuoo', waarvan ons woord pedagoog en pedagogiek is afgeleid. Het heeft te maken met een kind (paidion), dat moet worden opgevoed. Om in de wereld van de grote mensen een goede plaats te kunnen innemen, moeten wij als kinderen en jongeren heel wat leren. Denk maar aan het praten, ook moeten we leren schrijven en een vak of zo leren. Maar niet alleen moet er iets worden áángeleerd, ook moeten er heel wat dingen worden áfgeleerd. We komen helaas niet als een zondeloos kind op de wereld, maar we hebben een hart, dat geneigd is om het verkeerde eerder te willen, dan het goede.
Dat verkeerde, als je het niet corrigeert, niet verbetert, groeit uit tot een verschrikking. Het is net als met onkruid, dat weelderig opschiet in je tuintje. Je moet het weg schoffelen en op allerlei manieren bestrijden, wil je een goede oogst van je groentetuintje krijgen. Zo is het bij ons ook: er moet nog al wat worden gecorrigeerd om ons tot nuttige en bruikbare mensen in de maatschappij en de kerk te doen groot worden.
Wanneer een kind die correctie niet wil aanvaarden en het goede niet graag doet, moet wel eens een straf worden gedreigd of zelfs worden toegepast.
Het lijkt mij erg hard om als vader/moeder op je kind voor de eerste keer een strafmaatregel toe te passen, een klap te geven of zoiets. Maar het blijkt bij alle kinderen nodig te zijn. Het was immers bij onszelf, toen we klein waren (of nu nog...?), ook nodig!
De Schrift zegt zelfs, dat een vader die zijn kind nooit eens een pak slaag geeft, hem meer haat dan liefheeft. Waarom? Wel, als een vader uit zogenaamde liefde zijn kind nooit straft, gaat het helemaal mis met dat kind. Dan wordt het een `straal-verwend ventje' en dan wordt hij super-eigenwijs. Dan gaat het van kwaad tot erger.
Wanneer een liefhebbende vader zijn kind een pak slaag geeft, dan slaat hij niet om hem te verwonden en nog veel minder om hem te doden, maar om hem van verkeerdheden te genezen.
Nu zo doet God het ook. Als Hij Zijn kinderen nooit zou straffen, nooit zou slaan, dat is: nooit zou kastijden, dan ging het helemaal mis. Het is voor een kind van God soms hard nodig om een geestelijk `pak slaag' te krijgen. Niet omdat God zo hard en streng is, slaat Hij Zijn kinderen, maar omdat Hij zoveel van ze houdt. En dat zegt de Heere Jezus ook tegen de gemeente van Laodicea in Openbaring 3 vers 19: die Ik líefheb, die bestraf en kastijd ik. Wat houdt kastijden concreet in? Dat de Heere wel eens verdrietige dingen aan Zijn kinderen geeft te beleven, een ongeluk, faillissement, rouw. Allerlei tegenslag, moeite en leed kan Hij daarvoor gebruiken. Dat doet God niet om ons te plagen, maar dat doet Hij tot ons nut.
Over die kastijding vinden we ook iets in de volgende tekst, Jeremia 2 vers 19: “Uw boosheid zal u kastijden, en uw afkeringen zullen u straffen; weet dan en ziet, dat het kwaad en bitter is, dat gij de HEERE, uw God, verlaat en dat Mijn vreze niet bij u is, spreekt de Heere, de HEERE der heerscharen.”
De Heere laat ons horen, dat Hij niet zomaar kastijdt, ook niet graag kastijdt, maar dat het eigenlijk zo is, dat wij onszelf kastijden. Wij geven onszelf als het ware een `pak slaag', wanneer we de Heere verlaten, ons afkeren van Zijn Wet en allerlei zonden dienen.
Het is net als wanneer een opgeschoten jongen van 12 jaar door zijn vader gestraft wordt, omdat hij zo ongehoorzaam is geweest tegen zijn moeder. En dan vraagt die jongen: `Waarom straft u mij? Vindt u dat zo leuk soms?' Dan zegt die vader: `Nee, joh! ik vind het helemaal niet fijn om jou te moeten straffen, maar als jij niet zo verkeerd deed, niet zo'n brutale mond tegen je moeder had gegeven, had ik jou niet gestraft. Eigenlijk zorg jij zelf voor deze straf: het is echt je eigen schuld.'
Zo moeten wij, als we door Gods hand geslagen worden, ook die tuchtiging zien: eigen schuld! Verder: tuchtiging heeft altijd te maken met de liefde van God! Hij wil ons niet verloren laten gaan, maar corrigeert ons, verbetert ons, voedt ons op, bewaart ons ervoor, dat we verder en verder van Hem los raken en zo het verderf voor eeuwig zullen ingaan.
Kastijding is dus een opvoedkundig middel van God om ons voor eeuwig gelukkig te maken. Mopper dan ook niet, maar luister naar het boekje Job, waar in hoofdstuk 5 vers 17 staat:
“Zie, gelukzalig is de mens,
welke God straft;
daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet.”