Psalm 129 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Opnieuw een onbekende Psalm. Een lijdenspsalm. Het volk Israël klaagt hierin over het lijden dat ze alle eeuwen moeten doorstaan. Het begon al in Egypte. Ook Haman was zo-iemand die de joden haatte. In de dagen van de Makkabeeën werd het volk helemaal gruwelijk geplaagd en vervolgd.
Weet jij wie de Makkabeeën waren? Het gaat over de tijd tussen Maleachi en Mattheüs. Heidense koningen heersten over de Joden. Dit was al erg genoeg, maar toen Antiochus Epifanes Joden dwong varkens te offeren, sloeg de vlam in de pan en kwam er een bloedige opstand, en wel onder leiding van mensen die zij de Makkabeeën noemden.
En wat denk je van Hitler?
De eigenlijke vervulling van wat in Psalm 129 staat, zien wij in Jezus Christus: Hij heeft letterlijk ondervonden wat vers 3 zegt: “Ploegers hebben op mijn rug geploegd. Zij hebben hun voren lang getrokken.” Wat een liefde!
Maar wie Gods volk aanraakt, raakt Zijn oogappel aan. En God zal het lijden dat Zijn verbondsvolk is aangedaan, zeker betaald zetten aan de vijanden.
De zegen zal niet op hen rusten. En als op jou niet Gods zegen rust, wat rust dan op je? Zijn ontzaglijke vervloeking. Huiveringwekkend! Dan kun je worden vergeleken met dor gras dat als een soort onkruid hier en daar op een dak groeit (vers 6-8). Wat gebeurt daarmee? Dat wordt in de oven geworpen, zegt de Heere Jezus in Mattheüs 6. Houd jij er rekening mee, heel eerlijk? Hoe zal het zijn, als de vuurgloed van Gods heilige toorn in je ziel woedt? Nog mag je tot de Gegeselde vluchten! Nog predikt de lijdensgeschiedenis van Gods Zoon de weg van volkomen behoud!
Het lijden lijkt zo zinloos. Het geweld dat Gods kinderen zo vaak wordt aangedaan, lijkt in de volle betekenis van het woord zinloos geweld. En toch weet God er iets goeds uit tevoorschijn te brengen: het lijden van de tegenwoordige tijd maakt Gods kind rijp voor de heerlijkheid die wacht, tenminste zo schrijft Petrus het: “De beproeving van uw geloof is veel waardevoller is dan van goud, en zal bevonden worden te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus.”
“Zij hebben mij van jongs af niet gespaard,
Maar zeer benauwd”, mag Israël wel zeggen.
“Van kinds af aan heeft men mij zeer bezwaard,
Maar niemand van hen kon mijn werk weerleggen.”
Een kernvers is:
Wij zegenen u
in de Naam
des HEEREN.
Meer over psalm 129
Psalm 129 zingen
Psalm 129 onberijmd
Samenzang psalm 129
Tekst en beeld psalm 129