Wat de bijbel zegt over de drie-eenheid (1)
Auteur: ds. W. Pieters
`Jehova's getuigen' worden ze genoemd en noemen ze zichzelf. Ook wel: ernstige Bijbelonderzoekers. Het hoofdkwartier van hun godsdienst staat in New York. Daar komen ook hun maandbladen vandaan: `de wachttoren' en `ontwaakt!'. Ze zijn ook bij ons bekend, omdat ze dikwijls in onze straten gesignaleerd worden. Ze bellen van huis tot huis aan en proberen een gesprek aan te knopen. Hun bedoeling is om mensen te winnen voor hun sekte. Al zeggen ze dat ze mensen willen winnen voor de Bijbel en voor God, is dit toch niet waar. Want ze beweren dat niemand gered kan worden behalve mensen die zich aansluiten bij hun wereldwijde organisatie, de jehovahgetuigen. Ik kort vanaf nu deze sekte af met de aanduiding JG.
Let goed op, het gaat dus uiteindelijk niet om de dwaalleer te bestrijden, maar om de waarheid aan de orde te stellen. Maar omdat de leer van de Drie-eenheid in onze tijd het meest duidelijk en openlijk wordt ontkend en aangevallen door de JG, daarom zal ik ook over hen iets schrijven.
Voordat ik daartoe over ga, een paar vooropmerkingen.
1. Ten aanzien van de leer der Drie-eenheid gaat het niet in de eerste plaats om verstandelijke argumenten, maar om wat onze Nederlandse Geloofsbelijdenis ons zo duidelijk zegt in artikel 9. De leer van de Drie-eenheid weten wij zowel uit de getuigenis der Heilige Schrift alsook uit Hun werkingen, en voornamelijk uit degene die wij in ons gevoelen. Dus het gaat om een persoonlijke zaak, een bevindelijke zaak, een geloofszaak. Daarom moet je bij twijfel in deze de Heilige Geest vragen om Zijn licht en waarheid. Dan zul je niet verdwalen. Want alles uit de Bijbel weten en deze Drie-enige God niet persoonlijk kennen, is alles missen!
2. Mensen die lid zijn van de JG zijn onze broeders en zusters. Niet in Christus, maar in Adam. We moeten ze dan ook liefhebben als onszelf. Hun leer moeten we haten, gaan we nu bestrijden. Maar hun personen of hun zielen mogen we niet haten. Zij zijn gewone mensen net als wij, vaak heel oprecht. Ze zijn gehersenspoeld met de valse leer, maar hun hart is niet valser dan ons hart, jouw hart. Daarom is het principieel verkeerd om ze van de deur te sturen, zonder een waarschuwend woord te hebben gesproken. Nog beter is: een getuigend woord te spreken.
Kunnen jullie aan de JG uit de Schrift aanwijzen, dat Jezus Christus waarachtig God is? Veel meer nog: kunnen jullie uit je eigen leven vertellen, dat je deze waarachtige God, Jezus Christus, hebt leren kennen door het geloof als jullie eigen Zaligmaker en Borg?
3. Als we nu ons een poosje, zo de Heere wil, gaan verdiepen in de leer van de Drie-eenheid, moeten we heel nauwkeurig Schrift met Schrift vergelijken en goed luisteren naar het Bijbelse getuigenis. Dat kost inspanning en tijd. Daar moeten we ons dan ook toe zetten. Heb je daar zin in, dan kun je een rijke schat opdoen.
Ik zal nu eerst iets vertellen over het ontstaan van de sekte der JG. De eerste president was Ch.T. Russell (1852─1916). Hij zei dat hij zijn boeken schreef onder directe verlichting van de Heilige Geest. Dit is net zo'n grote dwaling als de leer van de onfeilbaarheid van de paus. Wanneer mensen zo praten, moeten bij ons alle rode lampen en alarmbellen tegelijk gaan lichten en rinkelen! Hij profeteerde Christus' wederkomst in 1874. Toen dat niet gebeurde, in 1914. Toen dat niet gebeurde, in 1925 (wanneer in ieder geval Abraham, Izak en Jacob lichamelijk op aarde zouden terug komen). Niets van dit alles gebeurde. De tweede president was J.F. Rutherford, onder wiens bewind het wachttorengenootschap een theocratie werd, dat wil zeggen, dat zogenaamd God Zelf regeert door middel van de president en dat dus een ieder absolute gehoorzaamheid verschuldigd is aan de president. De wederkomst werd inmiddels geprofeteerd in 1975, wat ook niet gebeurde. En zo hangt de sekte der JG van leugens aan elkaar. Hierbij laat ik het voorlopig, in de volgende artikelen ga ik in op de heerlijke leer der Drie-eenheid (maar die de JG een leer noemen, afkomstig van satan).
“Zie, God is groot en wij begrijpen het niet ...”, zo spreekt Elihu tot Job (hoofdstuk 36 vers 26). Dit moeten we steeds bedenken, wanneer we over Hem nadenken. Ook en in het bijzonder wanneer het gaat over Wie God eigenlijk is, in Zijn Wezen. De sekte van de jehovahgetuigen (JG) zegt van Jezus Christus dat Hij geen God is. Maar in het Nieuwe Testament worden aan Jezus Christus werken toegeschreven die in het Oude Testament alleen aan God worden toegeschreven. Dit betekent dat de schrijvers van het Nieuwe Testament óf geloofden dat er twee Goden waren óf dat Jezus Christus dezelfde God was als de HEERE van het Oude Testament. Nu, dat er twee echte Goden zijn, wordt in heel de Bijbel ontkend. Blijft er dus maar één gevolgtrekking over: de schrijvers van het Nieuwe Testament zagen in Jezus Christus niet iemand naast God, maar ze zagen God in Hem, Hem als God.
In Colossenzen 1 vers 16 en 17 wordt van Christus gezegd:
“Door Hem zijn alle [andere] dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle [andere] dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. En Hij is vóór alle [andere] dingen en alle [andere] dingen bestaan tezamen door Hem.”
In het Oude Testament vinden we steeds, vooral bij Jesaja, de stellige bewering dat God alles geschapen heeft. Nergens lezen we dat God `Iemand' gebruikt heeft om alles te maken. Maar de JG zeggen: God schiep eerst Zijn Zoon als een Engel en daarna schiep Hij door deze Engel al het andere. Wat lezen we daarentegen in Jesaja 44 vers 24?
“Ik ben de HEERE, Die alles doet, Die de hemel uitbreidt, Ik alleen, en Die de aarde uitspant door Mijzelf.”
Uitdrukkelijk wordt hier ontkend dat God bij het maken van hemel en aarde iemand heeft gebruikt of ingeschakeld. God heeft het helemaal alleen gedaan. Ook Job weet het. Hij zegt van God dat Hij alleen de hemelen uitbreidt (hoofdstuk 9 vers 8). Heel mooi is om het tweede deel van dit vers te lezen naast de geschiedenis van de wandeling van Jezus op de zee van Tiberias. Wat staat er in Job 9 vers 8b? Dat God alleen het is Die op de hoogten der zee treedt. En wat doet Jezus? Hij wandelt op de zee van Tiberias. Is dat niet treffend? Is dat niet aanschouwelijk onderwijs dat Jezus God is? Want er staat nadrukkelijk dat God alleen op de zee kan treden ... Maar nu verder met Colossenzen 1 vers 16. Daar staat dat Christus alles geschapen heeft. De JG voegen vier maal het woord `andere' in (daar waar ik het ook heb ingevoegd, maar tegelijk heb doorgestreept)! Eerst deden ze het zonder [], maar later zijn ze gedwongen om dat tussengevoegde woordje tussen [] te plaatsen. Wat suggereren de JG met deze invoeging? Dat Jezus ook een schepsel is naast andere schepselen en dat die andere schepselen door bemiddeling van Hem zijn geschapen. Maar dit is expres de Bijbel verdraaien! Verder staat er dat alle dingen zijn geschapen voor Christus: `Tot Hem geschapen'. Het doel van heel de schepping is echter God en Zijn eer. Maar Paulus schrijft rustig, dat alles door Christus en tòt Christus is geschapen. Heel het universum strekt zich uit naar Christus, is gericht op Christus, is door de Schepper (Christus) gemaakt tot Zijn Eigen eer. Al hadden wij geen andere bewijsplaatsen in de Heilige Schrift dan deze ene, dan zouden we al van godslastering moeten spreken bij Paulus wanneer de JG gelijk hadden, namelijk dat Christus een geschapen Engel was en meer niet! Ook in vers 17 staat iets wat alleen bij God past. Er staat: alles bestaat tezamen door Hem. Dat betekent: Christus heeft alles in Zijn hand. Hiermee stemt overeen wat in Hebreeën 1 vers 3 staat, namelijk dat Christus alle dingen draagt door het woord van Zijn kracht. Maar als de JG gelijk hebben, strijdt het tegen de ernstige woorden van Daniël, die tegen de goddeloze koning Belsazar zegt (hoofdstuk 5 vers 23), dat zijn adem in Gods hand is. Door Wie bestaat alles? Is onze adem in Gods hand of in de hand van Christus? Dit is geen tegenstelling, omdat Christus God Zelf is! Even iets moeilijks. De JG zullen zeggen dat er voor het woord `door' in Colossenzen 1 het woord `dia' staat, wat betekent: door bemiddeling van. Dat zou dan betekenen dat God de eigenlijke Schepper is en niet Christus, maar dat Christus alleen een bemiddelende Persoon is. Maar let dan op dat ditzelfde woord `dia' ook staat in Hebreeën 2 vers 10, waar het nadrukkelijk op God de Vader wordt toegepast. Dus: uit Colossenzen 1 vers 16 en 17, vergeleken met Jesaja 44 vers 24 blijkt duidelijk dat Christus dezelfde Schepper is als JEHOVAH, ja dat Hij JEHOVAH Zelf is! Toepassing: Hoe staan wij ten opzichte van deze almachtige Schepper Die de menselijke natuur aannam om Verlosser te zijn? Ken je Hem? Vereer je Hem? Heb je Hem lief?