Psalm 141 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
Als er één onderwerp in het Boek der Psalmen belangrijk blijkt te zijn, is het wel bidden, smeken, roepen tot God. De dichter is er diep van doordrongen dat hij zonder God niet kan, geen dag. Dit afhankelijke leven is het leven van de vromen onder het Oude Verbond, en niet minder ook in de tijd na de uitstorting van de Pinkstergeest.
Wie niet in deze afhankelijkheid wenst te leven, zal niets kunnen met het overgrote deel van de 150 Psalmen.
Psalm 141 vormt geen uitzondering op deze hoofdlijn. De Psalm begint er meteen mee: “HEERE, ik roep U aan. Haast U tot mij. Neem mijn stem ter ore, nu ik tot U roep.”
Heerlijk, dat we dit onderwijs krijgen. We worden hierdoor bemoedigd om alle dagen en in alle omstandigheden ons tot God te wenden. Hij vindt het niet erg dat we steeds weer met onze noden tot Hem komen. De statenvertalers schrijven in een kanttekening op Jesaja 62 vers 7:
Houd niet op met bidden en smeken, maar houd aan in het gebed, ja val Hem zolang lastig, totdat u wordt verhoord.
De dichter denkt aan de offerdienst die God Zelf heeft ingesteld, en waarin het wierookoffer de gebeden aanduidt die alle Israëlieten mochten opzenden. Hierdoor wordt hij vrijmoedig. De Heere vindt het goed dat een arme en ellendige zondaar aan Zijn voeten buigt en Hem zijn nood vertelt.
Waarover het in de Psalm precies gaat, is niet zo eenvoudig te zeggen, maar wát ook de situatie is, de dichter houdt het ons voor (God Zelf houdt het ons voor) om op Hem te zien, vers 8: “Op U zijn mijn ogen, HEERE, Heere! Op U betrouw ik, ontbloot mijn ziel niet.” Voor het woord ‘ontbloten’ heeft de oude Engelse vertaling: in de steek laten, berooid achterlaten.
Vol vertrouwen – zo blijkt uit deze woorden – verwacht de dichter Gods hulp. En dat, terwijl de situatie echt gevaarlijk is. Zo lijkt het ook wel eens in geestelijke zin dat satan nog ‘één van deze dagen’ je ziel zal verslinden. En om je dan veilig te weten in de handen van de Goede Herder, zoals Hij belooft (Johannes 10 vers 28): “Ik geef hun het eeuwige leven. En zij zullen niet verloren gaan in eeuwigheid. En niemand zal ze uit Mijn hand rukken.” …
Ten slotte een vers in de berijming van ds. C.J. Meeuse:
Ik roep U aan, o God almachtig!
Hoor, HEERE, haast U, help mij uit.
Hoor naar mijn stem, nu ik zo luid
U aanroep. Neig Uw oor aandachtig.
Een kernvers is:
HEERE, zet een wacht voor mijn mond,
behoud de deur van mijn lippen.
Meer over psalm 141
Psalm 141 zingen
Psalm 141 onberijmd
Samenzang psalm 141
Tekst en beeld psalm 141