Psalm 120 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
We komen in Psalm 120 bij een speciaal onderdeel van het Psalmboek terecht. Vijftien hoofdstukken achter elkaar draagt een Psalm het opschrift ‘Hammaäloth’. Het woord is door onze statenvertalers onvertaald overgenomen uit het Hebreeuws. Wat de bedoeling ervan is, is niet met zekerheid uit te maken. Velen denken dat het ‘bedevaartslied’ of ‘pelgrimslied’ betekent. De eerste Psalm in deze rij verplaatst ons dan naar de situatie dat een Israëliet zijn reis begint naar het centraal-heiligdom.
Hij verkeert in onze Psalm in een ver land, onder vijandige mensen, die het hem benauwd maken, vers 1, en hem belasteren (vers 2). Hij noemt ook de naam van de plaats waar hij is: Mesech en Kedar. Hij woont hier tussen heidenen die een hekel hebben aan de dichter. Of hij dit letterlijk bedoelt, of als beeldspraak, weet ik niet. In het laatste geval bedoelt hij dat hij in het midden van zijn eigen volksgenoten toch als het ware onder heidenen woont. Ze horen allemaal wel bij Gods verbondsvolk, dat uit Abraham was voortgekomen, maar ze kenden niet allemaal de God van hun stamvader. En vandaar de hatelijke manier waarop ze met de dichter omgingen.
Treffend is de manier waarop hij in het laatste vers de verhouding tussen hem en zijn buurtbewoners omschrijft: “Ik ben vreedzaam, maar als ik spreek, zijn zij aan de oorlog.” Voor het woord ‘vreedzaam’ staat in het Hebreeuws het woord sjaloom, dat ‘vrede’ betekent.
Op de vorige bladzijde noemde ik je een kenmerk van oprechte christenen, namelijk dat zij treuren over de zonden van mensen om hen heen. In deze Psalm vinden we ook een kenmerk van echt geloof: tot in zijn genen zit het een christen (om zo te zeggen) om vredelievend te zijn.
Jezus sluit hierbij aan in de Bergrede (Mattheüs 5 vers 9): “Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.”
Hoe sta jij op school en in de gemeente bekend, en in je gezin? Zijn jouw broers en zussen het er allemaal over eens (al zou het zijn dat ze de Heere Jezus niet willen volgen), dat jij in ieder geval geen onruststoker bent?!
Jezus Zelf heeft deze Psalm heel pijnlijk in Zijn eigen gezin gemerkt: Zijn broers en zussen geloven niet in Hem …
Ik hunker naar de zoete vrede.
Haar wasdom is mijn wens en bede,
Maar ‘k vind mijn goedbedoelde woorden.
Beantwoord met een lust tot moorden.
Een kernvers is:
Ik ben vreedzaam / vredelievend,
maar als ik spreek,
zijn zij aan de oorlog.
Meer over psalm 120
Psalm 120 zingen
Psalm 120 onberijmd
Samenzang psalm 120
Tekst en beeld psalm 120